Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/238

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 224 —

kend zijn geworden, als toen zij de fabriek verlieten. Bij gebrek aan tripoli kan men zich ook van hertshoorn, of zeer fijnen geziften blaauwen steen bedienen.

Een zakkijker van molteni, met eene sterrekundige oogbuis en een voetje zonder schroefbeweging, komt op 22 guldens te staan, en die prijs wordt tot 26 guldens verhoogd, zoo men een voetje met schroefbeweging begeert. Zekerlijk is nimmer een zoo goedkoop werktuig voor de beschouwing der hemellichten aanbevolen, en men zal daarom die aanbeveling geregtvaardigd willen zien, door eene vermelding van hetgeen zulk een kijker van molteni vermag. Ik behoef het niet te verbloemen, dat een zakkijker van molteni in vermogen moet onderdoen voor de kijkers uit München, op den Pulkowa en te Cambridge in de Vereenigde Staten, die vijftig duizend guldens hebben gekost, voor den kijker van cauchoix te Cambridge in Engeland, die waarschijnlijk nog meer heeft gekost, en voor den teleskoop van Lord rosse, die misschien eene uitgave van eene halve millioen guldens heeft gevorderd,—en ik wil zelfs gaarne erkennen, dat zijn vermogen veel minder is dan dat van eenen kijker uit München, die met eenen voet, op omtrent 200 guldens komt te staan en dien ik allen, wie de uitgave van die som niet bezwaart, ver boven eenen zakkijker van molteni blijf aanbevelen. Ook zonder mijne verklaring zal men echter beseffen, dat, wat het vermogen der zakkijkers van molteni moge wezen, die werktuigen meer bij de hemellichten moeten openbaren, dan het ongewapend oog onderscheiden kan, en of dat meerdere 22 of 26 guldens waardig is, kan niet door mij voor allen worden beslist, daar de een betrekkelijk veel en de ander volstrekt niets voor eene meer naauwkeurige kennis der natuur ten beste heeft. Ieder kan voor zich zelven beslissen, indien hij ten naastebij bekend wordt gemaakt, met hetgeen men, door eenen zakkijker van molteni, meer dan met het ongewapend oog, kan onderscheiden. Ik heb reeds in mijne Beschrijving en Afbeelding van den Sterrenhemel (tweede druk, bladz. 660) medegedeeld, wat men aan den hemel kan onderscheiden, door eenen zakkijker uit München, die met eene oogbuis van daar, zonder voet, op 53 guldens komt te staan;