Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/48

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 34 —

schakel, waardoor zij zamenhangt met dat stelsel van werelden, waarin de zon met de van haar afhankelijke ligchamen eene plaats bekleedt, de wetten, aan welke zij gehoorzaamt, de verschijnsels, die zij aanbiedt, de plaats, die zij als individueel lid in dat wereldstelsel inneemt, trachten na te vorschen. Dit is de taak der astronomische aardbeschrijving.

Wij hebben ons voorgenomen één enkel punt uit de veelomvattende wetenschap der astronomische aardbeschrijving voor onze lezers in het licht te stellen, en de baan, die de aarde rondom de zon beschrijft, hen nader te doen kennen.

Er wordt hier dus als bewezen voorondersteld, dat de aarde eene baan rondom de zon beschrijft, dat zij zich dus rondom de zon, en niet de zon zich rondom de aarde beweegt. Die vooronderstelling is voorwaar geene kleinigheid. Het mag voor eene der schoonste overwinningen op het gebied der sterrekunde gehouden worden, dat een copernicus, in weerwil van de schijnbare beweging der zon rondom de aarde, het onwederlegbare bewijs leverde, dat dit slechts een bedriegelijke schijn is, en dat daarentegen de aarde zich werkelijk rondom de zon beweegt. Het mag voor een treffend bewijs van het erkende gezag der sterrekundige wetenschap gelden, dat men deze stelling, die eens voor eene groote ketterij gehouden werd, althans voor het beschaafde publiek als eene erkende waarheid mag aannemen. De zinnelijke waarneming toch maakt op ons geenen anderen indruk, dan dat de aarde onbewegelijk vast staat, en dat de zon en alle hemelligchamen zich rondom haar bewegen. En desniettegenstaande vindt de wetenschap geloof zelfs bij hen, die hare bewijsvoeringen niet kunnen volgen, en op haar gezag wordt als waarheid aangenomen, wat tegen de eigene zinnelijke waarneming indruischt, namelijk dat de aarde rondom de zon haren loop volbrengt.

Mag men dit nu als eene waarheid aannemen, die voor allen, die in de kennis der natuur belang stellen, geen opzettelijk bewijs noodig heeft, er blijven dan toch vele vragen te beantwoorden, vele ophelderingen te geven aangaande den weg, dien de aarde doorloopt en dien wij met haar, door haar gevoerd en gedragen, door