— 104 —
zeekoe en het zeehert, die ware hoornen dragen; of bij den speerhaai, den zaag-visch, den zwaard-visch, die met hunne vooruitstekende verlengsels zoo krachtig zijn gewapend.
Zij dragen soms sabel-, zwaard-, of zaagvormige uitsteeksels, van 6 voeten lengte en meer, over wier uitwerking op walvisschen en zee-schepen van ouds verbazende, doch deels ongeloofelijke verhalen in omloop zijn. Niet minder vreemde, zelfs gedrogtelijke gestalten vertoonen ons verder de hamer-visch en vele soorten uit de geslachten Pelor, Synanceia, en andere zeemonsters, waarvan meerderen dan ook van ouds den bijnaam van "zee-duivels" hebben verkregen, en waarvan anderen, zoo ze niet door geloofwaardige natuuronderzoekers waren afgebeeld, ligtelijk als voortbrengselen der verbeelding zouden te beschouwen zijn;
syngnathus foliatus G.Shaw. onder anderen is dit inzonderheid het geval met den Syngnathus foliatus, die als met boombladeren begroeid schijnt. De kaken zijn niet slechts, op ge-