Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/606

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 196 —

lichtbundel aan; zoodat het rood het minst, violet het meest van den regten weg is afgeleid. Dit verschijnsel nu zouden wij bij elk prisma waarnemen van welke stof ook gevormd, wanneer het slechts eene grootere digtheid heeft dan de dampkringslucht; dus ook bij een van water. En niet alleen dat elk prisma van een doorschijnende stof deze kleurscheiding zoude geven; ook zoodanige stof onder eenen anderen vorm, b.v. dien van een cylinder, zal het verschijnsel dikwijls kunnen vertoonen.

Lichtbundel op cylinder

Het hangt slechts van de rigting des invallenden lichtbundels af. Onder gunstige omstandigheden b.v. zal de straal A bij B gekleurd te voorschijn treden; veronderstellende dat a b c d de doorsnede is van een glas water. Deze ontbinding nu van het witte licht, die altoos eenigzins plaats heeft wanneer een lichtbundel wordt gebroken en van den regten weg afgeleid, is de oorzaak van het verschijnsel in den dampkring, waaraan wij den naam van regenboog geven.

Gij begrijpt zeer gemakkelijk, waarde lezer! dat wanneer elk lichtpenseel, hoe gering ook in doorsnede, uit eene ontelbare hoeveelheid witte lichtstralen bestaat, ook zeer kleine ligchamen, b.v. waterdruppels, in staat zullen zijn de breking te doen plaats hebben. Daar wij echter hebben opgemerkt, dat de zon zich altoos juist tegenover den regenboog bevindt, is het onmogelijk dat de lichtstralen, die in ons oog worden opgevangen, door de waterdruppels eenvoudig worden gebroken, zoo als daareven voor den watercylinder is geteekend; want dan zoude de zon zich achter den regenboog moeten bevinden. Wanneer wij echter aannemen, dat het reeds ge-