Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/631

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 221 —

glanzige oppervlakte veel sneller lichtbeelden verkregen worden, dan van zwarte, gele, roode en ruwe voorwerpen, terwijl bij gelijke helderheid van licht, des morgens spoediger dan des namiddags kan worden gewerkt, omdat de gele kleur, welke weinig scheikundige werking uitoefent, dan in het zonlicht voorheerscht.

De kunstenaar moet zich den vereischten tijd van blootstelling aan het licht weten eigen te maken, want is de tijd te kort genomen, dan is het beeld zwak of alleen in de heldere deelen zigtbaar; maar is de tijd te lang genomen, dan is het beeld verbrand, of gesolarizeerd zoo als men het noemt, waarbij de witte gedeelten eene onaangename blaauwe, en de schaduwen eene vuil-bruine tint hebben aangenomen.

Is de bewerking goed geslaagd, dan wordt de plaat, volgens eene uitvinding van fizeau, met eene oplossing van chloorgoud bij eene matige verwarming bedekt, en daarna zorgvuldig afgewasschen en gedroogd. De dunne goudhuid geeft eenen schoonen glans en groote kracht aan het beeld, en beveiligt het tevens tegen den invloed van schadelijke dampen.

De lichtteekeningen, op deze wijze verkregen, bestaan alleen uit eene schakering van wit en zwart; maar zoude het mogelijk zijn, de voorwerpen in de pracht hunner natuurlijke kleuren door het licht zelf af te beelden? Deze belangrijke vraag kan tot heden toe niet gunstig worden beantwoord. Vele proefnemingen zijn door den Franschen geleerde becquerel te werk gesteld, om het kleurenbeeld der zon, door het prisma verkregen, in zijne natuurlijke verwen op eene plaat over te brengen; maar ofschoon hij waarlijk eene meer of min volledige afbeelding daarvan verkreeg, mogt het hem niet gelukken ze te fixeren, d.i. lichtbestendig te maken, zoodat de teekening in het donker bewaard moest worden, en alleen bij kaarslicht kon worden bezien. De kleuren der lichtbeelden, welke men bij de photographie ten toon ziet gesteld, zijn alle met fijne pastelverwen door de hand opgebragt geworden, en geenszins door de inwerking van het licht ontstaan.

Het was echter niet alleen in Frankrijk, dat met goeden uitslag pogingen waren in het werk gesteld om lichtbeelden voort te bren-