Pagina:Album der Natuur 1854 en 1855.djvu/706

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

STEPPEN, SAVANNES, PRAIRIEN ENZ.

 

 

Het Plantenrijk heeft op vele plaatsen des aardrijks een geheel eigenaardig aanzien, wanneer een groot aantal gelijksoortige planten over uitgebreide landstreken gezellig bijeenwassen. Men geeft daaraan den naam van Steppen, Savannes, Grasvlakten (prairien), Matten, Pampas of Llanos enz. Het kan, in een geschrift als dit, tot uitbreiding van nuttige natuurkennis bestemd, niet anders dan gepast voorkomen de denkbeelden, die aan deze verschillende benamingen verbonden zijn, doch welke niet dan al te dikwijls met elkander verward worden, met naauwkeurigheid te onderscheiden: eene beschouwing, waarbij ik vooral gebruik gemaakt heb van de belangrijke opmerkingen van k. koch, in het Aanhangsel op zijn lezenswaardig werk, die Krim und Odessa, Leipzig 1854, p. 203 en volgende.

Woestijnen zijn grootere of kleinere landstreken, waar planten niet of niet dan hoogst armoedig groeijen. Daar komen dan ook slechts weinige, en deze meest geheel eigenaardige gewassen voor, welke voor zulke onvruchtbare oorden bijzonder geschikt zijn. Alle hebben een wijd uitgespreid rappig aanzien en zijn, althans aan hunnen voet, meest alle meer of min houtachtig. Bladen zijn er weinige en deze vaak van eene graauwachtige kleur. Eenjarige kruiden komen zelden, boomen in het geheel niet voor. De plantengroei heeft bijna het geheele jaar door hetzelfde uitzigt. De oorzaak der onvruchtbaarheid van den bodem kan gelegen zijn in steenachtigheid, grint, stuifzand of eenig bijmengsel in den bodem, dat voor de gewassen schadelijk is. Van daar, dat er zijn steen-, grint-, zand- en eindelijk ook zoutwoestijnen. Zoutwoestijnen, zoo als aan de Kaspische zee, worden wel eens verkeerdelijk Steppen genoemd.

Steppen, Grasvlakten (Wiesen, prairien), waarbij men ook Matten of bergweiden zoude kunnen voegen, zijn het tegenovergestelde van de verschillende soorten van woestijnen. In de Steppen vindt men