Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/25

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 13 —

ren, meer Kaukasischen vorm veranderd is.

 
 Fig. 4  Fig. 5

Fig. 5 stelt een' soldaat voor van de lijfgarde van ramses II, uit de veertiende eeuw voor Christus. Deze soldaten waren meest Neder-Egyptenaren. Nu kan men de hedendaagsche Fellah's, vooral die van Neder-Egypte, beschouwen als de eigenlijke, minst vermengde afstammelingen der oude Egyptenaren, en het is hoogst opmerkelijk, dat diezelfde Fellah's over het algemeen den gelaatsvorm bezitten, die door onze beide figuren wordt vertegenwoordigd. Een sprekend voorbeeld van de onuitwischbaarheid der grondvormen van de menschenrassen!

De hooge oudheid, die men aan de Indische beschaving toeschrijft, en menigerlei overeenkomsten, die men tusschen de Egyptenaren en Hindoes meende te ontdekken, verleidden Prichard en anderen, om den Nijl met den Ganges te verbinden en te veronderstellen, dat de Egyptenaren van Hindostanische afkomst zijn. Doch niets geeft ons aanleiding om te gelooven, dat de Egyptenaren en Hindoes, zelfs ten tijde van salomo, en nog minder ten tijde van mozes of abraham, iets van elkander wisten. De oude Egyptenaren geloofden, dat zij in den striktsten zin inboorlingen van hun eigen land (autochthonen) waren, en verwierpen alle verwantschap met andere volken. De Hindoes weten niets noch van het uitzenden van koloniën naar Egypte, noch van het ontvangen van Egyptische volksplantingen. Het karakter der Egyptische en Indische talen is geheel verschillend; de Hindoes hebben ook nimmer hieroglypenschrift gekend, hetwelk evenwel op de alleroudste Egyptische monumenten