Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/353

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 341 —

Het evengenoemd gedeelte van de loopbaan eener komeet, dat, zelfs in onze dagen, slechts zelden onmiddellijk tot de kennis van haren omloopstijd kan leiden, kon evenwel, reeds ten tijde van newton, middellijk tot die kennis doen opklimmen, wanneer men zich de moeite wilde getroosten om het voor zoo vele kometen te berekenen, als met eene daarvoor toereikende naauwkeurigheid waren waargenomen. Wanneer een ligchaam van het zonnestelsel ongestoord aan de aantrekking der zon kan gehoor geven, moet zijne loopbaan ten allen tijde dezelfde blijven, en is die loopbaan eene geslotene kromme lijn, dan moet het, na gelijke tijdvakken, die met zijnen omloopstijd overeenstemmen, tot hetzelfde punt van zijne loopbaan wederkeeren. Onder de kometen, die in vroegeren en lateren tijd zijn waargenomen, kunnen er alzoo ook voorkomen die hetzelfde ligchaam waren, dat, na eene of meer wentelingen om de zon te hebben volbragt, tot de nabijheid der aarde was teruggekeerd, en bestaat er een middel om eene komeet te herkennen, die zich, bij hernieuwing, aan de aarde vertoonde, dan wordt door de tijden harer verschillende verschijningen, zonder eenige voorkennis van de lengte harer loopbaan, haar omloopstijd van zelf gegeven, en dan laat zich, uit dien omloopstijd, de lengte der loopbaan berekenen, het eenige dat nog aan hare volledige kennis ontbrak. Het uitwendig voorkomen van eene komeet kan volstrekt geen middel zijn om haar, na verloop van jaren of eeuwen, te herkennen, daar het, zelfs in zeer kleine tijdvakken, aan groote veranderingen onderworpen is, maar newton heeft dit middel gevonden in de deelen van de loopbanen der kometen, die zij in de nabijheid van de aarde doorloopen. Indien de komeet geene storingen in hare beweging ondervindt, moet dat deel harer loopbaan hetzelfde blijven, en daaraan moet zij zich laten herkennen, al mogt zij zich eeuwen lang in de diepte der onmetelijke ruimte verborgen hebben gehouden. De grootte, gedaante en ligging van het genoemd deel der loopbaan worden door vijf verschillende grootheden[1] uitgedrukt, van welke iedere alle mogelijke waarden kan

  1. Die grootheden zijn met de noodige uitvoerigheid beschreven in het tweede deel van mijn werk: de Sterrenhemel, tweede druk, bladz. 160 en vervolg.