Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/564

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
140
DE MONDEN DER RIVIEREN.

kunnen voortgaan, zoo bepaalt zij aan den anderen kant haren grens, welken zij niet dan met moeite kunnen overschrijden. Hoewel de takken van Damiette en Rosette eene aanzienlijke hoeveelheid slib in zee uitstorten, zoo hebben zij in den loop der eeuwen buiten de duinketen slechts betrekkelijk geringe banken van 12,700 en 9,1300 ellen lengte gevormd, zoodat sedert de duinketen bestaat, de vervorming van de delta zich meest tot ophooging der drooge gronden en opvulling der lagunen bepaald heeft.

Wanneer de takken van den Nijl, even als andere rivieren, door dijken werden omgeven, zoodat het slib, in plaats van zich over de groote delta-vlakte te verdeelen, met het rivierwater naar zee werd gevoerd, dan zoude de verlenging van de delta voorzeker veel grooter worden, hoewel daarbij een aanzienlijk deel der aangevoerde stoffen verre in zee zou worden weggedreven; de monden van den Nijl zouden voor eene uitbreiding van de delta niet in zulke gunstige omstandigheden gelegen zijn als die van de Po, welke in de afgeslotene, tusschen Venetië en Triëst slechts 42 ellen diepe Adriatische zee uitkomen. Het zal geene verdere verklaring vereischen, dat eene ondiepe en rustige zee aan de monden der rivieren de wegvoering van het met slib beladen rivierwater vermindert en de vorming van banken uitermate bevordert. Zoo heeft de Po, door dijken verhinderd zich over het omringende land uit te breiden, eerst vele lagunen opgevuld, die aan haren mond voorkomen, en gaat thans voort hare aanslibbingen buiten de duinketen af te zetten. De lagunen bij Venetië kunnen slechts met de grootste moeite voor verzanding bewaard worden, en de bewoners van Cornachio hebben slechts door afleiding van alle riviertakken, die in hunne vischrijke binnenmeren uitvloeiden, de geheele opvulling dezer lagunen kunnen keeren. Bij de stad Adria is nevens het opvullen der lagunen de uitbreiding van de delta buiten den duinrand het sterkst ontwikkeld. In oude tijden was deze plaats eene zeestad, aan de binnenzijde eener lagune gelegen. In de 12de eeuw was zij reeds op merkelijken afstand van de zee verwijderd, en sedert dien tijd breidden de banken zich zoodanig buiten de duinketen uit, dat deze stad thans 24,000 ellen (ongeveer 4½ uur gaans) binnen 's lands gelegen is.