DE MANZINELLENBOOM,
(Hippomanes Mancinella L.)
Deze boom is in de letterkunde niet onbekend. Sommige dichters en prozaschrijvers verhalen, dat er eene zachte, aangename, doch hoogst bedwelmende lucht uit dezen boom ontwikkeld wordt, zoodat men, onder den Mancenillier zich nedergevleid hebbende, in de aangenaamste bedwelming vervalt en onder zoete en zalige droomen voor de eeuwigheid inslaapt. Het is thans echter wel bekend, dat de werking van dezen boom eene geheel andere is, zoodat ook hier weder veel van de vroegere poëtische droomerijen voor de wezenlijke waarheid geweken is.
Schomburgk (zie de Linnæa XII, p. 248–254) verhaalt, dat de geur der vrucht van den Manzinellenboom zeer uitlokkend is, maar dat het proeven daarvan eene hevige en gevaarlijke ontsteking van mondholte, slokdarm en maag te weeg brengt; dat de stam en bladen iets minder scherp zijn dan de vrucht, maar dat evenwel de van den boom druppelende regen of dauw eene ontsteking op de huid, nagenoeg als die door spaansche-vliegpleisters veroorzaakt wordt, te weeg brengen. Landkrabben, die soms de vruchten van dezen boom tot voedsel gebruiken, worden hierdoor voor den mensch vergiftig.
Teenstra (De Nederlandsche Westindische eilanden I, 299–300) zegt daarvan het volgende:
"Onder de op Curacao in het wild groeijende boomen verdient vooral opmerking de Manchenille of Massenilla (Hippomanes Mancinella). Deze giftige boom groeit veel in de noordelijke valleijen dezes eilands, in ziltige gronden. Aan de Savonetbaai vindt men een geheel bosch van dezelve. Ook de laan van St. Jan bestaat uit deze boomen;