Het is van algemeene bekendheid, dat er gedurende den afgeloopen zomer peilingen zijn verrigt in den Noord-Atlantischen Oceaan, in eene bijna regtlijnige rigting tusschen New-Foundland en Ierland, met het doel, om te onderzoeken, of het al of niet mogelijk ware, eenen telegraaph-draad, onder de zee door, tusschen beide de genoemde punten te leggen. Wij meenen den lezers geen ondienst te doen, met de mededeeling van eenige belangrijke bijzonderheden, die wij, ten aanzien van de wijze, waarop deze peilingen zijn volbragt, en de uitkomsten, die zij hebben opgeleverd, in een paar buitenlandsche werken vermeld vonden. Mogt er later meer betrekkelijk dit onderwerp worden aan het licht gebragt, zoo hopen wij in de gelegenheid te zijn, om ook daarvan in het Album verslag te geven.
De verdienstelijke Amerikaan, de Luitenant maury, een man, die reeds onnoemelijk veel tot onderzoek van den Oceaan in velerlei opzigten gedaan heeft, had, naar aanleiding van vroegere peilingen, het vermoeden geuit, dat de zeebodem, over de geheele lengte der bovengenoemde lijn, eene tamelijk effene oppervlakte oplevert, die nergens dieper is dan 3000 tot 3100 ellen.
Deze omstandigheid deed dan ook spoedig de opmerkzaamheid der ondernemende mannen, die van het ontwerp zwanger gingen, om Europa aan Amerika door een telegraaph te verbinden, op meergemelde onderzeesche streek vestigen, en bij voorraad gaf men daaraan den naam van Telegraphen-plateau.