Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/667

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
241
DE DOOD, PHYSIOLOGISCH BESCHOUWD.

teekens van den ouderdom openbaren. Von walther neemt den dood van de centraal deelen des zenuwstelsels als de oorzaak van den algemeenen dood aan, en gaat men na, welk een overwegenden invloed de zenuwwerking uitoefent op alle overige verrigtingen, dan schijnt dit gevoelen veel voor zich te hebben.

Wij kunnen echter niet treden in een nader onderzoek dienaangaande en haasten ons nu de verschijnselen van het natuurlijk sterven kortelijk te beschouwen.

Het eigenlijke sterven wordt somtijds voorafgegaan door zekere voorboden, die afhangen van de verminderende werking van het orgaan, waarvan het sterven uitgaat, maar die toch bij den een en den ander verschillen, waarom hier dan ook individuele eigenaardigheden in het spel moeten zijn. Somtijds zijn die voorboden van dien aard, dat zij of door anderen waargenomen kunnen worden, of de stervende ze beschrijven kan: een geheel veranderd uitzigt b.v., een plotseling ontstaand gevoel van verzwakking en ineenzinking, en wat dies meer zij. In andere gevallen is de stervende geheel buiten staat hetgeen hij gevoelt te beschrijven of met iets anders te vergelijken; het vreemde en diep ingrijpende van de gewaarwording, in verband met andere omstandigheden, zijne hooge jaren b.v., welke hem natuurlijkerwijze aan het sterven doen denken, doen hem die gewaarwording erkennen voor wat zij is, den voorbode van den dood. Het eerste verschijnsel van het sterven der verrigtingen van het ligchaam is meestal eene snelle afneming van de gevoeligheid der zintuigen, in de eerste plaats van het gezigt; een der eerste teekenen van den op handen zijnden dood is dus niet zelden het klagen over duisternis en de begeerte om meer licht bij zich te hebben. Van alle zintuigen blijft het gehoor het langst werkzaam. Tegelijk met de werkdadigheid der zintuigen neemt ook die der spieren af, en zinkt weldra in die mate, dat de houding des ligchaams niet meer door den wil, maar door de wetten der zwaarte bepaald wordt. Daarom ligt de stervende nu stil op den rug, en zakt niet zelden naar het voeteneind der legerstede af. Het slikken wordt bezwaarlijk, en de drank, zoo deze nog wordt doorgezwelgd, valt met een hoorbaar geluid in den van zijn zamentrekkingsvermogen

1857.
16