Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/73

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

— 61 —

in het groot geschied. Van daar de vaak zonderlinge, ja grillige vormen die vele rotsen aanbieden. Zoo b.v. treft men in den omtrek van den Wartburg den "Mädelstein" aan, met twee zich op zijne spits verheffende steenblokken, waarin de phantasie de beelden meent te herkennen van eenen monnik en van eene non. Ook luidt het volksverhaal, dat deze steenen werkelijk eenmaal een monnik en eene non waren, die, door wederzijdsche liefde daartoe aangespoord, aan het klooster waren ontvlugt en de wijk naar den berg hadden genomen, doch op het oogenblik, dat zij elkander in de armen wilden snellen, tot straf voor hun misdrijf, in steen werden veranderd.

Op het eiland Hoy, een der Orkney-eilanden, bevindt zich eene op zich zelve staande zandsteenzuil, van ongeveer vijf honderd voeten hoogte, waaraan de bewoners den naam van Old man of Hoy gegeven hebben, ofschoon men beweert, dat de zuil veel meer gelijkt op de ruïne van eenen geweldigen toren, dan op eenen ouden man. Waarschijnlijk is het ook hier en in vele andere dergelijke gevallen noodig, dat de verbeelding de leemten der werkelijke waarneming aanvulle. Dergelijke op zich zelve staande, meer of min zuilvormige rotsen worden trouwens ook meermalen elders aangetroffen. Zoo verheft zich, te midden van het dorpje Hinter-Weidenthal, omgeven van nederige hutten, als ware het een wachttoren, eene tachtig voet hooge zandsteenzuil, die duidelijk uit lagen bestaat, en naar het schijnt schier elk oogenblik met eene instorting dreigt. Desniettegenstaande staat zij daar niet alleen sedert onheugelijken tijd, maar zelfs hebben vermetele knapen het gewaagd de zuil te beklimmen, en op den top een paal met een wagenrad daarop geplaatst.

Niet enkel verwering door den invloed der lucht en wegspoeling van een gedeelte der rotsbestanddeelen door water kunnen echter geheel rekenschap geven van het ontstaan van dergelijke vormen. Ook andere krachtige oorzaken, die tot de klasse der vulkanische verschijnselen behooren, gelijk plaatselijke opheffingen en verzakkingen van den bodem, waardoor de rotsen in min of meer loodregte rigtingen gespleten werden, en aldus