Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/734

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
308
DE BORENDE SCHELPDIEREN.

en vernuftigen toestel, waarvan hij zich bediend heeft, om den Theemstunnel tot stand te brengen.

Maar terwijl het nu ontwijfelbaar vast staat, dat de talrijke in alle oorden der wereld verspreide soorten van Pholas, Teredo en welligt ook van een paar verwante geslachten werkelijk boren, zoo staat het aan de andere zijde even ontwijfelbaar vast, dat een nog grooter aantal van andere schelpdieren, die toch ook gaten maken, hetzij in de schelpen van andere soorten of in kalkgesteenten, zelfs in marmer, daartoe buiten staat zijn. De zeer brooze, uit eene weekere kalkstof bestaande schelpen der Modiolen, der Saxicaven, der Gastrochaenen, der Lithodomen en van meer andere in alle zeeën verspreide geslachten toonen reeds dadelijk de onmogelijkheid daarvan aan.

Stuk steen met schelpen van Modiola lithophaga.

Stuk steen met schelpen van Modiola lithophaga.

Lithoomus lithophagus.

Lithodomus lithophagus.

Ook missen deze schelpen de scherpe spitsen en kanten, welke aan die der Pholaden en Teredo's zoo kenmerkend zijn. Bovendien