schijnt te bewijzen, dat zij geenzins van eenen grooten afstand zijn aangespoeld, en wanneer dit aangenomen wordt, hadden de plaatsen, waar deze planten begraven werden, dezelfde soort van klimaat als de warme streken van den aardbol in zijnen tegenwoordigen toestand hebben.[1]
Wanneer dit besluit gegrond is, kan men naauwelijks zwarigheid vinden om te gelooven, dat nagenoeg dezelfde warmte van klimaat in hetzelfde tijdvak geheerscht heeft in die streken der aarde, waar thans Nieuw-Holland, Groenland, Noord-Amerika en Europa gelegen zijn; want in alle deze streken liggen planten, die tot dezelfde of zeer gelijkvormige soorten behooren, inbeddingen van dezelfde geologische periode, in de groep der steenkolen-formatie. Humboldt heeft reeds voor vele jaren de noodzakelijkheid van deze algemeen heerschende hooge temperatuur uitgesproken, en zich daarover aldus uitgedrukt, dat er in dien toestand der aarde geen onderscheid van klimaat bestond, maar eene algemeene oppervlakkige warmte heerschte, afhangende van den destijds grooteren of sterker werkenden invloed van inwendige warmte.
In den tegenwoordigen toestand schijnt het klimaat van het land ook door de dieren op eene merkwaardige wijze gekenmerkt te worden. Maar in de toepassing van deze aanwijzing doet zich eene zwarigheid op, welke ook in mindere mate in de geographische botanie gevoeld wordt. Dieren worden in hunne verspreiding nog door andere oorzaken omgrensd dan door klimaat; zij zijn ingesloten tusschen zekere bergketenen, zekere uitgestrekte woestijnen en bijzondere zeearmen, somtijds zelfs beperkt tot bijzondere valleijen en eilanden. Hier komt nog eene andere moeijelijkheid bij: de overblijfsels van landdieren zijn betrekkelijk schaarsch in de berglagen; en het is misschien alleen door eene vergelijking van de vormen der kruipende dieren, dat eenige welgegronde besluiten kunnen worden
- ↑ Wanneer eene rivier eenen zoo uitgestrekten loop heeft als de Mississippi zouden koude en heete streken gelijkelijk hare voortbrengsels tot een bekken kunnen brengen, dat in eene gemiddelde streek ligt. Ook op andere wijzen kunnen de omstandigheden verschillen. Stroomen van den Atlantischen Oceaan brengen hout van de kusten der keerkringslanden naar Ierland en IJsland.