Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/787

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
361
REIZENDEN NATUURONDERZOEKER.

gelukte het hun verscheidene olifanten te treffen. Hun eenig voedsel bestond op dien geheelen togt in rhinoceros- en buffelvleesch. Na eenen zekeren voorraad ivoor verzameld te hebben, werd dit door Basuto's naar de wagens gebragt. Inmiddels trok wahlberg met willem en zijne overige lieden verder langs de Moriqua. Van eenen boomstam bedienden zij zich als brug om over deze rivier te komen, bij welken overtogt een der kaffers bijna door eenen reusachtigen krokodil, die uit het water opsprong, gegrepen was.

Zoo trokken zij al verder en verder, doorwaadden eene andere rivier, de Nattoaan, die zich ook in de Limpopo uitstort, en kwamen eindelijk op een punt, waar de Basuto's standvastig weigerden verder te gaan, dewijl zij in de nabijheid waren van het gevreesde opperhoofd masilikazi. Wahlberg bevond zich toen op nagenoeg 23° Z.B. en 26° O.L. van Greenwich. Het kostte hem veel moeite terug te keeren. Hij moest zich echter in de noodzakelijkheid voegen; ook waren zijne lieden zwaar beladen. Den 22sten Maart kwam hij weder bij zijne wagens aan, zoodat deze togt te voet 7 weken duurde, gedurende welken tijd hij wel is waar voornamelijk jagt op olifanten maakte, maar toch ook andere natuur voorwerpen geenszins veronachtzaamde, want zijne verzamelingen bevatten daarvan eene menigte uit die streek.

Willem werd nu, met eene genoegzame hoeveelheid ivoor, naar de boeren gezonden, om ossen te koopen. Den 24sten April keerde deze gelukkig met 18 ossen terug.

In dien tusschentijd had wahlberg verscheidene giraffen geschoten. Het skelet van een dezer schoone dieren werd door hem gepraepareerd. Nu begon de terugtogt, en nadat hij nog eens op het punt geweest was, door de onvoorzigtigheid van eenen zijner Kaffers, alle zijne met zooveel moeite bijeen gebragte schatten door brand te zien vernielen, kwam hij den 25sten Julij te Walmarons aan de Mooyerivier, dus in de streek die door de boeren bewoond is, aan.

Hier huurde wahlberg een huis, ontpakte zijne wagens, en reeds eene week later begaf hij zich op nieuw op weg, eerst vergezeld van zijne wagens, later te voet, met koos en de door hem gehuurde Kaffers.