Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/833

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

 

 

Electrische proeven in een vochtigen Dampkring.—Onder alle proefnemingen behooren de elektrische zeker tot degenen, die zeer veel zorg en kennis vereischen in hem die ze in het werk stelt: vooral wanneer dit geschiedt bij demonstratien voor een eenigzins talrijk gehoor. Men moge.... maar het zal wel onnoodig zijn daarover hier in 't breede uit te wijden. Het tegenwoordige artikel toch is vooral bestemd voor hen, die verpligt zijn of zich van tijd tot tijd geroepen gevoelen, om "voordragten met proeven" te houden, en voor dezen zoude eene optelling geheel overbodig zijn van al de moeijelijkheden, bezwaren en teleurstellingen, die men bij bovengenoemde proefnemingen dikwijls te verduren heeft. De voornaamste daarvan ligt, zooals iedereen weet, in den dampkring van het vertrek waarin men arbeidt. Is dit uitsluitend tot zoodanig doel bestemd, dan kan men het er naar inrigten en, b.v. door een geschikt systeem van ventilatie met warme lucht, die moeijelijkheid voorkomen. Maar is dit niet het geval, dan moet men met vuurkolen en allerlei andere middelen van verwarming zich behelpen en verkrijgt veelal met veel moeite eene slechts ten halve voldoende uitkomst. Ik heb voor eenigen tijd een paar toestelletjes vervaardigd, bestemd om, bij de demonstratie van de eerste beginselen der elektriciteitsleer, den goeden uitslag der proefnemingen geheel onafhankelijk te maken van uiterlijke invloeden. Het is mij waarschijnlijk dat zij, voor wie dit artikel bestemd is, met eenige belangstelling van die toestelletjes kennis zullen nemen, en ik zal ze dus hier afbeelden en beschrijven. Mogt het mij blijken dat ik mij in die verwachting niet heb bedrogen, dan zal ik mij daardoor aangespoord gevoelen, om in het vervolg in dit bijblad nog andere toestellen van nieuwe of gewijzigde inrigtingen te beschrijven, die mij toeschijnen vooral voor demonstratie eenige voordeelen te bezitten. Deze bevinden zich genoegzaam allen in Teylers Museum alhier. De lezer moge in die beschrijvingen daarom eene hulde zien aan HH. Directeuren van Teylers Stichting en aan den heer Directeur van Teylers museum, die, door hunne zorg om de ter uitbreiding van dit reeds zoo rijke museum noodige toestellen zooveel maar immer mogelijk binnenslands te doen vervaardigen, den nederlandschen werktuigmaker in staat stellen en aanmoedigen om van tijd