de onderste lagen meer geconcentreerd worden, even als zulks het geval is bij een vocht waarin kleine deeltjes gesuspendeerd zijn. Hij bezigde daartoe eene meer dan twee meters lange glazen buis, die met eene goed dooreen geschudde keukenzoutoplossing werd gevuld en hermetisch gesloten. Na ruim 4 maanden rustig gestaan te hebben, werd de buis geopend en de daarin bevatte oplossing in vijf gedeelten verdampt, waarbij bleek, dat het zoutgehalte in de bovenste en onderste lagen volstrekt niet verschilde.
Eene gelijke uitkomst verkreeg hij met eene gasoplossing, namelijk van zwaveligzuur, welke op eene dergelijke wijze bewaard, na een bijna even lang tijdsverloop, ook geen merkbaar verschil ten aanzien van het gasgehalte in de hoogere en diepere lagen opleverde. (Ann. d. Chem. u. Pharm. I. pag. 77.)
Ziekte der Zijdewormen. In het vorige jaar is, blijkens een rapport onlangs door eene commissie aan de Fransche Akademie gedaan (z. Compt. rendus XLIV, pag. 376), de hoeveelheid der in Frankrijk voortgebragte cocons van 26 millioenen Ned. pd., die zij in 1853 beliep, gedaald op 7½ millioen ponden. In 1853 bedroeg de waarde der ingezamelde cocons 58 millioen guldens, in 1855 28 millioen, terwijl de prijs nagenoeg verdubbeld was. De ziekte, welke zulke verwoestingen onder de zijdewormen aanrigt, draagt in Frankrijk den naam van étisie, in Italië dien van gattine. Het is eene ziekte die geheel onderscheiden is van de vroeger waargenomen muscardine, welke ontstaat door eene ontwikkeling van een schimmel (Botrytis) die vooral het vetweefsel aantast en op verre na niet zulke belangrijke verliezen heeft doen lijden, als de tegenwoordige, daar zij meer plaatselijk was en door aanwending van de noodige voorzorgen bij de kweeking kan overwonnen worden. De thans heerschende, de étisie, huisvest reeds in de eijeren; deze komen te vroeg uit, of wel vele wormpjes sterven reeds in het ei; andere sterven bij de eerste vervelling, of bij de tweede en derde; zeer vele overleven de vierde niet. De oorzaak dezer ziekte schijnt vooral te moeten gezocht worden in de weinige zorg, die in de laatste jaren bij de zijdeworm-kweeking in het groot is aangewend om goede, gezonde individu's voor de voortplanting te bezigen, daar men de beste cocons afhaspelde en de slechtere voor de voortteling bewaarde. De commissie beveelt daarom zeer de door den Heer andré jean reeds sedert eene reeks van jaren in praktijk gebragte methode aan, die ten doel heeft het ras te verbeteren op eene dergelijke wijze als ook de rassen