Pagina:Album der Natuur 1856 en 1857.djvu/878

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
62
ALBUM DER NATUUR.

der hersendeelen bestaat, maar alleen eene teruggehoudene ontwikkeling. Zij zijn geene cretins in den gewonen zin. Niettegenstaande de vele berigten over de Azteken spreekt slechts conolly (The ethnological Exhibition of London, in het Dublin Quarterly Journal, Aug. 1855) van twee dergelijke gevallen van idiotie in het Highgate Asylum; vooral moet de gelijkheid van maximo groot zijn met een kleinen idioot, "wiens kleine schedel, eigenaardige trekken, manieren, levendigheid en wijze van gaan allen van dien aard zijn, dat, zoo zijne huid donker gekleurd was, hij kon doorgaan voor een derde voorbeeld van deze nieuwe natie" [de veronderstelde natie van maximo en bartola nl.]. L. vindt ook gelijkenis tusschen de Azteken en de microcephale idioten John uit Kiwitsblott bij Bromberg, wier ligchaam evenwel naar evenredigheid hunner jaren ontwikkeld is. Bij den eenen daarvan zijn ook de naden des schedels vergroeid, en vertoont zich op de pijlnaad eene walvormige zwelling. Deze vergroeijing der naden is in den nieuwsten tijd vooral door virchow (Verhand. der Würtzb. Ges. 1851 No. 15) en stahl (damerow's Zeitschr. 1855) in hare beteekenis voor pathologische schedel- en hersenvorming gewaardeerd geworden; zij is door joh. müller bij eenen door bonn waargenomenen Microcephalus (sandifort Mus. anat. zool. III—Med. Zeitung des Vereins fur Heilk. in Preussen Jan. 1836) uitdrukkelijk aangewezen.

De zoogenaamde Azteken zijn dus pathologische voorwerpen. Wat van die nog onbezochte stad in Centraal-Amerika verhaald wordt is een sprookje; zóó ondoorvorscht zijn die streken niet. [? stephens spreekt daarover in zijne reize door Centraal-Amerika, Chiapas en Yucatan anders.] Evenzeer een sprookje is het vertelsel van een stam van 4 à 500 dwergen.—Maar zij zouden de laatste, in den hoogsten graad ontaarde, en van voortplantingsvermogen beroofde spruiten kunnen zijn van een lang, psychisch en physisch, onderdrukt en vernederd geslacht. De aangezigtsvorm van deze kinderen toch toont eene verrassende overeenkomst met de oude beeldwerken, gevonden in de bouwvallen van Palenque [en andere verwoeste steden] in Centraal-Amerika, gelijk die afgebeeld zijn bij stephens, catherwood en cabrera. [In het aangezigt bestaat werkelijk eenige gelijkenis.] Zoo noemt dan ook het physische gezelschap te Boston onze Azteken idiotie dwarfs of a degenerate Indian race. Of de genoemde beeldwerken al dan niet van de Azteken, [de eigenlijke Mexicanen] afkomstig zijn, daarover is men het niet eens; von humboldt houdt de stichters dier steden voor Tolteken, omdat de Azteken [Mexicanen] geenszins de in die beeldwerken heerschende physionomie