Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/112

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
86
IETS OVER HET BILLARD.

Voorstelling van de bal met verschillende raakpunten der queue de stoot behoeft niet door een punt van de loodregte middellijn XX' te gaan, men kan den bal ook in eenig punt C raken. De ondervinding leert, dat alsdan bij den schok de bal, als het ware voor een enkel oogenblik slechts, één ligchaam met de Queue uitmaakt, en dien ten gevolge eene voortgaande beweging verkrijgt juist in dezelfde rigting als die der Queue; althans wanneer er een gewone stoot plaats heeft, want bij eene fausse-queue deelt de Queue door het afglijden langs den bal aan dat ligchaam ook eene zijdelingsche beweging mede; deze stooten behooren echter ook hier niet tot die, welke eene berekening toelaten, of waarvan de uitwerking zich laat vooruitbepalen. In de voortgaande beweging brengen dus deze stooten, de zijstooten, geene verandering, maar wel is dit het geval bij de draaijing.

Gaat men toch na, wat er gebeurt bij het stooten van den bal in eenig punt C, buiten de loodregte middellijn XX', dan is het ligt te begrijpen, dat daardoor eene draaijing ontstaat rondom eene as, die loodregt staat op de lijn CM, die het geraakte punt met het middelpunt verbindt. Wanneer men zich nu uit de beginselen van de leer der beweging herinnert, dat de draaijing rondom eene as zich evenzeer—en op de zelfde wijze als vroeger bleek het geval te zijn met twee krachten, die op een zelfde punt werkten,—laat ontbinden in twee andere draaijingen rondom gegevene assen, en dat zich altijd omgekeerd uit twee draaijingen eene enkele laat zamenstellen rondom eene, door constructie of berekening te bepalen, as,—dan ziet men, dat ook hier elke draaijing kan worden ontbonden in twee andere, waarvan de eene plaats heeft rondom de horizontale as YY', die loodregt staat op de rigting der voortgaande beweging, en die dus in denzelfden of juist tegengestelden zin geschiedt als de draaijing, die door de wrijving ontstaat (en dat wel naarmate C boven of onder de horizontale middellijn YY' ligt),—terwijl de andere wenteling die middellijn van den bal tot as heeft, die loodregt op het vlak van de tafel staat. Eigenlijk zoude er bij die ontbinding in het algemeen