Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/122

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
96
EEN VREEMD GEREGT EN EENE GEOLOGISCHE MERKWAARDIGHEID.

met een zuur overgebleven kernen gegeven heeft, beschouwt, dan herinneren vele daarvan genoeg aan insekten-eijeren om het voor waarschijnlijk te houden, dat eenige dezer oölithen werkelijk eenen dergelijke oorsprong gehad hebben als die, welke thans nog in de Mexikaansche meren ontstaan. Zoo zoude dan de naam van "oölith", die letterlijk "eijersteen" beteekent, en aan deze gesteenten slechts gegeven is om de uitwendige overeenkomst met vischkuit, inderdaad ten volle aan hunne ware natuur beantwoorden.

Hg. 

 
 

OVER DEN OUDERDOM DER AARDE.

VOLGENS

DE SAUSSURE en den BALJUW van CEVIO.

 

 

In zijne aan onderhoudende verhalen zoo rijke Voyages dans les Alpes berigt ons de saussure (§ 1783), dat hij den Baljuw van Val Maggia te Cevio ontmoette, die in een oud cachet een orakel had. Deze zonderlinge man bond dat cachet aan een' draad en hield het boven een wijnglas; het aantal slagen, dat het tegen het glas maakte, gaf het antwoord op al de vragen, die hij, die den draad in de hand hield, wenschte te hebben opgelost (wie denkt hier niet aan de kloppende tafels van voor weinige jaren?). Met ernstige en vaste overtuiging verzekerde de baljuw aan de saussure, dat hij door middel van dat cachet alles wist, wat er in zijne nabuurschap omging, al de keuzen voor den raad te Bazel en het aantal stemmen, dat elke candidaat verkregen had. Hij vroeg de saussure naar het oogmerk zijner reis, en toen hij dit vernomen had, toonde hij hem in zijn Almanak het jaar, dat de gewone tijdrekening als dat van de schepping der wereld opgeeft, en verlangde te weten, wat de reiziger daarvan dacht. De saussure zeide, dat de waarneming der bergen aanleiding gaf om te denken, dat de wereld iets ouder was. "O ja!" zeide de Baljuw met voldoening, "dat dacht ik wel; mijn cachet had mij dat wel gezegd, want toen ik kort geleden het geduld had zijne slagen te tellen, terwijl ik aan het jaartal der schepping dacht, vond ik dat de schepping vier jaren ouder is dan hier in dezen Almanak." Die gelukkige overeenkomst in de vruchten van ons onderzoek was voor den reiziger eene aanbeveling in de belangstelling van den baljuw, die hem met verpligtende vriendelijkheid bejegende en niettegenstaande de warmte van den dag een goed eind ver zelf geleiden wilde.

v. d. H.