Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/134

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
108
KRUIPENDE, LOOPENDE, SPRINGENDE EN KLIMMENDE VISSCHEN.

zig en eet niet alleen jonge vischjes van andere soorten, maar zelfs die van zijne eigene soort (Couch). Hij wordt in Engeland in vele streken gegeten en als een lekker voedsel geacht: op de zuidkust van Devonshire echter, waar hij zeer overvloedig voorkomt, wordt hij zelfs door de armste kustbewoners veracht en verkoopt men hem daar aan de visschers van Dieppe, die hem tot aas aan de hengels gebruiken. Somtijds vangt men in die streken zes of zeven bushels in éénen haal met het net, die voor 20 pence de bushel verkocht worden. In Schotland haalt men hem uit het zand te voorschijn door middel van eene soort van hark met lange ijzeren tanden; in ons land spit men het strand om met eene spa en somtijds zelfs met den ploeg. Volgens donovan is het een hoogst belangwekkend gezigt bij helderen maneschijn de makreel op de troepen smelten te zien jagen. Elk oogenblik ziet men een makreel met spoed naar beneden duiken, waardoor de staart even boven water uitsteekt, maar nog schielijker ziet men den smelt naar het strand schieten en in één oogwenk in het zand verdwijnen, de eenige schuilplaats, waar hij veilig is voor de vervolging van den makreel. De geruime tijd (12 uren aaneen), dien de smelt buiten water doorbrengt zonder dat zijne gezondheid daarbij lijdt, bewijst dat zijn ademhalingstoestel op eenen lagen trap staat en zijne behoefte aan water zeer gering is; 't is waar, dat het zand van den oever altijd vochtig genoeg is om zijne kieuwen voor uitdroogen te behoeden. Dat de smelt vrij algemeen bekend is bewijzen de namen, die hij bij onderscheidene volkeren heeft; zoo noemt de Duitscher hem Sandaal, de Deen Sandgraeling, de Noor Sandsild, de IJslander Sül of Tranusile, de Engelschman Sandlaunce, de Groenlander Putsrotok, de Japanees Rissup enz.

 

In dezelfde wateren waar de smelt zich ophoudt, namelijk de Poolzeeën, Noordzee en Oostzee, leeft nog een andere visch, die zeer dikwijls het water verlaat en op het strand en klippen, met den waterspiegel gelijk, rondkruipt; wij bedoelen den zeewolf of de zeekat, Anarrhichas lupus L.