Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/137

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
111
KRUIPENDE, LOOPENDE, SPRINGENDE EN KLIMMENDE VISSCHEN.

kruipt. Te Edinburgh komt de zeewolf veel ter markt, terwijl sommigen hem verafschuwen om zijn grimmig uitzigt, is hij, volgens neill, voor velen een buitengewoon keurig geregt om zijn smakelijk vleesch, iets wat gewoon is bij alle visschen, die van schelpdieren leven. Cuvier zegt, dat zijn vleesch smaakt als aal. De IJslanders maken veel gebruik van den zeewolf, eten hem gezouten en gedroogd, bezigen zijne huid voor leder en zijne gal voor zeep. In Groenland maakt men beurzen van zijne huid om er de wortels van eene plant, steenbreek, Empetrum nigrum in te bewaren, die de volkeren in het Noorden als eene soep toebereiden; deze plant groeit op drooge, steenachtige plaatsen, en draagt besachtige vruchten, die door de kinderen der Schotsche Highlanders gegeten worden, hoewel men wil, dat zij er ziek van worden kunnen.

Om zekere beweging, die de zeewolf met den snuit maakt, op de wijze der varkens, noemt men hem op de Orkneij-eilanden: Swinefish. Verder heet hij in het Hoogduitsch Seewolf; Engelsch Seawolf en Seacat; Fransch Loup marin; Noorsch Hav-Kat; Deensch See-Ulv of Steenbid; IJslandsch Steinbitz; en eindelijk in Groenland: Anardlok of Kigutilik, enz.


Hoewel er nog vele andere soorten van visschen zijn die op het drooge kruipen om deze of gene reden, zoo als de Periophtalmen, de Cottus insidiator, de Batracoïden, lacépède enz., zoo meenen wij genoeg voorbeelden aangehaald te hebben om over te gaan tot eene korte beschrijving van visschen, die loopen.

Aan het onderscheid tusschen kruipen en loopen behoeven wij zekerlijk niet te herinneren: die loopbeweging dan wordt vrij volkomen uitgevoerd door eenen visch, welke door linné Callichthys, door lacépède Cataphractus, en in zijn vaderland Brazilië Tamoata geheeten wordt.

De Silurus callichthys
De Silurus callichthys. Bl.