Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/164

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
138
DE MENTAWEH-ARCHIPEL EN ZIJNE BEWONERS.

de booze geesten gebragt, na den afloop van gelukkige jagtpartijen. Boven op de balken en langs de wanden worden hunne wapenen en onderscheidene schildpadschalen, tot keukengereedschap dienende, geborgen. Aan weerszijden van deze groote gezelschapszaal vindt men een aantal kleine vertrekken, voor de onderscheidene familiën bestemd. Ik zeg onderscheidene familiën, want in zulk een groot huis wonen niet zelden 10 of 20 huisgezinnen. Deze kleinere vertrekken te beschouwen werd ons echter niet vergund.

Daar het inmiddels reeds vrij duister geworden was, namen wij den terugtogt aan, ons voorstellende den volgenden dag ons bezoek te herhalen. Toen wij echter den volgenden morgen met dat doeleinde met de gig, waarin de kommandant zat, en de officierssloep, waarin drie officieren zich bevonden, de kampong weder naderden, weigerde men ons daar toegang te verleenen, zoodat wij onverrigter zake terug moesten keeren. Aan boord teruggekomen, bleek dit echter uit een misverstand te zijn voortgekomen, hebbende men, zooals toen duidelijk werd, volstrekt niet gemeend ons uit de kampong te weren, maar alleenlijk uit sommige huizen, wier familiën destijds een feest vierden, gedurende welken tijd eene landsgewoonte hun verbiedt eenig vreemdeling in haar midden te dulden. De pangerang sigigi tengana hield dan ook niet op er op aan te dringen, dat wij vóór ons vertrek nog eens zijne kampong zouden bezoeken, verzekerende hij, anders te moeten gelooven, dat wij hem met een kwaad hart zouden verlaten. Des namiddags, omstreeks 1 uur, bezochten wij die kampong dan ook nog eenmaal, in gezelschap van den pangerang, en werden, even als daags te voren, zeer goed ontvangen.

Nadat de pangerang ons omstreeks 3½ uur weder naar boord had geleid en wij de inlanders bij hun vertrek van boord, op hun verzoek, met een kanonschot hadden gegroet, ligtten wij onmiddellijk ons anker, koers zettende naar de straat Secoekup (Sikakap), welke N.-Poggy of N.-Nassau van Z.-Poggy of Z. Nassau scheidt.

Bij het begin van de platvoet van Vrijdag den 8sten December dan van onze ankerplaats vertrokken, koersten wij met flaauwe bramzeilskoelte Z.O.—Z.t.O. langs den wal van N.-Poggy. Wij loodden bij die