Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/252

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
226
DE VULKAAN VAN ANTUCO IN CHILI.

van waar uit hij grootere en kleinere togten in de omliggende landstreek deed.

"Het dal van Antuco, waarin de hoogste bewoonde plaats van het zuidelijk Andes-gebergte gelegen is, breidt zich uit van het oosten naar het westen, heeft eene lengte van ongeveer zeven uren gaans, is nergens zeer breed, en wordt door den Laxa-stroom in twee nagenoeg gelijke helften verdeeld. Aan zijn benedeneinde wordt het door een lage bergketen van de vlakten van Yumbel en los Angeles gescheiden; oostwaarts verheft het zich snel, wordt naauwer en is in deze rigting door den breeden voet des vulkaans bijna geheel gesloten, terwijl tusschen dezen en de tegenoverliggende bergenreeks slechts ruimte overblijft voor den wilden stroom en den smallen pas, waardoor men komt in de landstreek die door de Indianen bewoond wordt.

Op vele plaatsen is de bodem geheel ongeschikt voor den landbouw, daar hij gelijkt op een droog rivierbed en met vulkanisch gesteente overdekt is; doch aan eenen wel verdienden roem van vruchtbaarheid beantwoorden daarentegen de zijden der bergen en de vlakten, die zich over de lagere gedeelten daarvan uitbreiden. Hier en daar liggen deze terrasgewijs boven elkander en stellen natuurlijke weiden daar, te midden van schoone boschaadjes, waar de weelderigste plantengroei op den rijkdom des bodems wijst. Overal stroomen beken van de bergen af, en boven de vriendelijk groene kruinen steken de hoogste spitsen uit, waarop de sneeuw nimmer smelt. Reeds in de onmiddellijke nabijheid van het dorp zijn de bergen zoo hoog, dat de zich trots verheffende uit naakte rots bestaande top van den Pico de Pilque slechts na verscheidene uren klimmens bereikt kan worden; verder op in het dal stijgen zij steeds reusachtiger naar omhoog, totdat ten laatste de van de Silla Velluda afdalende ijsvelden met hunne gekartelde randen en de zwarte kegel des vulkaans het heerlijke landschapsbeeld begrenzen.

Het dorp zelf ligt schilderachtig tegen een hoogen bergwal aan, welke van boven met een schoon beukenbosch gekroond is. Het is een onbeschrijfelijk genot op eenen helderen zomermorgen, hier over deze