Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/261

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
235
DE VULKAAN VAN ANTUCO IN CHILI.

De vulkaan en de naburige Silla Velluda schenen, van deze zijde gezien, door een laag bergjuk verbonden, waarop naar alle waarschijnlijkheid hout en water zoude gevonden worden. Intusschen was het derwaarts opklimmen langs eene naauwe bergkloof geene gemakkelijke taak; wij volgden daarbij de gewone handelwijze der Chilische boeren. Een onzer beklom de hoogte op de eenige eenigermate toegankelijke plaats, om boven de aankomende paarden in ontvangst te nemen, en hoezeer deze zich ook daartegen aankantten uit vrees voor de steilte en de zware naar omlaag rollende rotsblokken, zoo gelukte het toch aan de beneden geblevenen door werpen en schreeuwen de vermoeide dieren te dwingen om de gevaarlijke beklimming te beproeven, die hun eindelijk gelukte, ofschoon alle door vallen meer of minder gekwetst waren. Op den kam vereenigd zetten wij onzen weg te voet voort tot aan eene plek, waar de noodigste vereischten voor een bivouac onder zulke omstandigheden gevonden werden. Water in overvloed gaf ons eene beek, die uit de nabijzijnde sneeuw haren oorsprong nam; dor hout werd zonder moeite in genoegzame hoeveelheid door de hier groeijende alpenbeuk geleverd, en niets verhinderde den blik te slaan over de vlakte en naar den bergpas, waaruit de vijand kon te voorschijn treden. Terwijl wij van ons verheven standpunt de in aantogt zijnde Indianen door de oprijzende stofwolken op den afstand van verscheidene uren zouden kunnen ontdekken, konden wij zelve onbemerkt blijven, en waren wij beveiligd tegen eenen overval, die bij zulk eene plaatselijke gesteldheid onmogelijk was.

Het gevoel van veiligheid in onze vesting bragt ons in den gelukkigsten luim, die nog verhoogd werd door de overtuiging, dat van hier uit de beklimming des vulkaans gemakkelijk te bewerkstelligen was. Ons bivouac werd spoedig ingerigt, de paarden vonden rijkelijk gras, weldra verhieven zich een paar uit boomtakken vervaardigde hutten, en een vuur vlamde levendig op, waaraan mijne beide medgezellen de keukendienst verrigtten. Nog was het licht genoeg voor een klein uitstapje. In de nabijheid van ons leger verhief zich de Silla Velluda in ontzag wekkende grootte, noordwaarts strekte zich eene besneeuwde hoogte uit, en verder westelijk daalden de uitspringende bergkanten des vulkaans in het dal af. Met een luid geraas stortte zich over