Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/336

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
308
DE SPECHTEN IN MEXICO.

ten gevolge waarvan deze de eene op de andere gestapeld worden, op de wijze der kralen van een rozenkrans, en wanneer men zulk eenen stengel overlangs doorklieft, dan ziet men het kanaal met eene reeks dezer eikels gevuld. (Fig. 2 en fig. 3, een der eikels in de ware Fig. 3
Fig. 3.
grootte.) Echter is de orde, waarin zij op elkander liggen, niet altijd even volkomen; in de Agaven van grootere afmetingen is het midden-kanaal wijder en de eikels zijn er meer onregelmatig opeengehoopt.

Maar welke is de wijze waarop het den vogel gelukt zijn magazijn te vullen, dat oorspronkelijk aan alle zijden gesloten is? Het is vooral in de oplossing van dit vraagstuk, dat zijn instinct verwondering wekt.

Hij begint met in het benedenste gedeelte des stengels, in den houtachtigen koker, die het kanaal omgeeft, door herhaalde slagen met zijnen puntigen snavel, een klein rond gaatje te boren, dat zich daarin opent. Dan brengt hij door deze opening de eikels binnen, totdat deze het daaronder gelegen gedeelte van het kanaal vullen. Vervolgens maakt de specht eene tweede opening aan een iets hooger punt des stengels, en vult nu ook weder het tusschen beiden in gelegen gedeelte des kanaals. Zoo zal hij daarna een derde, een vierde gat en zoo verder boren, telkens op een hooger punt des stengels, totdat hij de plaats bereikt heeft, waar het kanaal, al naauwer en naauwer wordende, de eikels niet meer opnemen kan. Merken wij nog hier bij op, dat het kanaal in den stengel noch wijd genoeg noch zijne wanden glad genoeg zijn, om de eikels van zelve te doen nedervallen; de vogel is verpligt deze daarin naar beneden te stooten, en, in weerwil zijner behendigheid, gelukt het hem niet een grooter gedeelte van het kanaal dan over eene lengte van twee tot drie duimen te vullen, waardoor hij genoodzaakt is de gaten op geen te grooten afstand van elkander te boren, wil hij het stengel-kanaal geheel en al, van onderen tot boven aan den top, vullen.

Deze arbeid geschiedt echter niet altijd met dezelfde regelmatigheid. Niet in alle stengels is het merg zoozeer verdwenen, dat een middenkanaal ontstaan is, en het bovenste gedeelte des stengels verkeert bijna altijd in dit geval. Dan wordt de arbeid voor de spechten moeijelij-