Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/337

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
309
DE SPECHTEN IN MEXICO.

ker, want geene natuurlijke holten vindende, waarin zij hunnen voorraad kunnen brengen, zijn zij genoodzaakt er zelve te maken. Met dit oogmerk boren zij, voor elken eikel, dien zij willen bewaren, een gat tot in het binnenste merg toe, en in elke aldus gevormde holte bergen zij een zoodanige vrucht. Vandaar dat men een aantal stengels aantreft, waarin de eikels geen inwendig kanaal vullen, maar alleen de kleine holten, die over de geheele lengte verspreid zijn (fig. 4).

Fig. 4
Fig. 4.
Het vervaardigen dezer voorraadschuren kost den vogel vrij wat moeite en werk, maar daartegenover staat, dat zij, eenmaal daargesteld zijnde, zeer gemakkelijk geledigd worden. De specht behoeft niet, zooals andere soorten derzelfde orde, zijn voedsel te zoeken onder lagen van schors en hout, welke met moeite doorbroken worden, maar hij heeft slechts zijnen spitsen bek in een der openingen te steken om er zijne spijs uit te halen. De natuur heeft dezen vogel niet voorzien van eenen harden snavel, om zijn voedsel onder het hout te zoeken, maar om het er in te verbergen. De levenswijze van den Colaptes rubricatus, hoewel zeer verschillend van die van andere spechten, vordert dus eenen dergelijken snavel als deze bezitten; het hout der Agave is namelijk zeer hard en kan alleen met een stevig werktuig doorboord worden.

Niet alleen echter het geduld, hetwelk deze vogels aan den dag leggen om hun magazijn te vullen, verdient onze aandacht. Welligt is de volharding, welke zij behoeven om zich de eikels te verschaffen nog verwonderlijker. De Pizarro verheft zich te midden eener woestijn van zand en lavastroomen, waarin geen enkele eikenboom groeit. Ik erken niet te begrijpen van waar deze vogels hunnen voorraad aangebragt hebben; zeker is het, dat zij dezen over eenen afstand van verscheidene uren moeten gehaald hebben, welligt van de helling der Cordillera.

Op eene zoo vernuftige wijze bewaart de natuur de spechten voor den hongerdood in een land, dat gedurende zes maanden 's jaars geheel dor is en uitgedroogd door eenen steeds helderen hemel. De