Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/400

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
370
EENE WANDELING TE PARIJS.

molard, met beuvelot als teekenaar. Onder het eerste keizerrijk en de volgende regeringen werd dit museum aanhoudend en aanmerkelijk uitgebreid, door aankoop zoowel als door giften en erfmakingen. Zoo legateerde de beroemde Fransche horologiemaker berthoud zijne geheele verzameling van uurwerken en gereedschappen tot de uurwerkfabrikatie, en de staat kocht voor het Conservatoire het physisch kabinet van den hoogleeraar charles, het rijkste en volledigste, dat in dien tijd bekend was. Van misschien nog meer belang was het, dat langzamerhand de uitleggers professoren werden, en dat het getal van dezen trapswijze van 3 tot 16 werd vermeerderd. De beroemdste mannen van Frankrijk behooren tot dit getal. Hunne namen, zoowel als de vakken waarin onderwijs gegeven wordt, toonen even overtuigend als de verzameling zelve, dat geene ongelukkige zuinigheid voorzit bij de bepaling der fondsen, die jaarlijks op het budget van den staat voor het Conservatoire worden uitgetrokken.

Maar het wordt tijd dat wij binnentreden, niet door dat groote hek, maar door dat kleine deurtje daarnaast, dat op hetzelfde voorplein uitkomt. In het voorbijgaan: de bijzonderheid, die onder anderen aan de huizen te Broek in Waterland de vreemdelingen zoo zeer in het oog valt, dat er namelijk twee deuren aan gevonden worden, waarvan de fraaiste en meest zigtbare alleen bij plegtige gelegenheden, zooals bruiloften en begrafenissen, wordt geopend, vindt men dus niet daar alleen. Wij gaan op het voorplein dien breeden steenen trap op, de portier vraagt ons, daar het heden geen gewone «kijkdag" is, om onze paspoorten te zien en om een frank entrée, en wij gaan naar binnen.

Daar staan wij al weder voor trappen, niet minder breed, de middelste leidt naar beneden, de beide zijdelingsche naar boven. Laat ons beginnen met af te dalen.

Is het toevallig met de schikking zoo uitgekomen, of heeft het eene bepaalde bedoeling, dat wij bij het binnentreden van dezen tempel der volksvlijt het eerst werktuigen voor ons zien, die in tijd van vrede bijna nutteloos zijn, althans door den oorlog eerst regt belangrijk worden? Wij zien hier, in wat wij eene voorzaal zouden kunnen noemen, een groot aantal met zorg en uitvoerigheid en op vrij groote