Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/413

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
383
EENE WANDELING TE PARIJS.

den tegenoverstaanden wand heeft ontrold, eerst een helder verlicht cirkelvlak en spoedig zien wij daarin, met meer dan duizendmalige vergrooting, de diertjes uit slootwater zich bewegen, zouten kristalliseren enz. Al hebben wij dit ook vroeger dikwijls gezien, wij zien het toch hier met genoegen weer, vooral als wij opmerken, hoe na de vertooning eenige bezoekers den toestel, waardoor die voortgebragt is, gaan bekijken, en hoe de vertooner, in weinige doch welgekozene bewoordingen, hun de inrigting en werking daarvan verklaart. En er zijn hier meer toestellen, die in werking worden vertoond, zoo als stereoskopen, chambres obscures enz., tot kijkkasten toe. Zie hoe die twee Franschen, menschen uit den handwerksstand, zooals blijkt uit hunne taal en kleeding, dit alles met belangstelling gadeslaan en van alles het hoe en waarom willen weten!

Wat hebben wij ons reeds langen tijd bezig gehouden met alles te bezien, en wat blijft er nog veel te bezien overig! Wij moeten ons haasten, als wij hier niet den geheelen dag willen doorbrengen. Zijn er nog dames in ons gezelschap? Ik durf niet omkijken. Op de Boulevards waren er nog al eenige bij ons. Bij het ingaan in 't Conservatoire zijn er reeds sommige verder gewandeld. Er zullen er nog wel andere weer vertrokken zijn, vooral toen wij daar bij de stoommachines kwamen. Maar zoo er zijn, die den moed en het geduld hebben gehad ons tot hiertoe te volgen, wij willen om haar niet te veel te vergen onzen scheikundige verzoeken haar tot cicerone te verstrekken in de nu volgende zaal, eigenlijk slechts de andere, door ons nog niet betreden helft van die, welke wij eerst als de zaal voor aardewerk en porselein aanduidden, en die, wij zien het nu, niet enkel dit maar ook glas bevat. En zij veroorlooft ons een blik op de glasfabrikatie te slaan, zoo veelomvattend als wij dit voor de diepgaandste studie slechts zouden kunnen wenschen. Glas uit de oudste en de nieuwste tijden, heel bewerkt, half afgewerkt, geslepen en ongeslepen, in allerlei vormen en tot allerlei doeleinden, wisselt hier met allerlei grondstoffen af. Spoeden wij ons voort en staan wij ook niet stil in de volgende zaal, waar ons het hoofd dreigt te duizelen van al die plankjes en stijltjes met gele, roode en blaauwe zijden draden. Maar hoeden wij ons, al gaan wij er ook zoo