Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/432

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
14
ALBUM DER NATUUR.

van dezelfde kleur, maar eenigzins lichter. Door deze uit te dampen en dan met alkohol te behandelen, krijgt men ook eene zoodanige oplossing. Is dit eene oplossing van zoöverdine [zoöchlorine]? B. is er nog niet zeker van, want de kleur is niet bepaald genoeg.

Uit de vederen van Oriolus galbula verkrijgt men met acidum aceticum eene lichtgele oplossing; maar zij ontkleurt spoedig, en B. heeft tot dusver de zoötuleine [zoöxanthine] niet kunnen isoleren. (Comptes rendus, XLV, pag. 688.)

D.L.
 

Een te Berlijn aangebragte levende Malapterurus.Du bois-reymond, te Berlijn, heeft (in de Akad. aldaar, zie Monatsb. der berl. Acad., Aug. 1857) eene merkwaardige mededeeling gedaan, waaraan wij het navolgende ontleenen. Reeds in 1855 waren uit Creek Town in West-Afrika, aan de rivier Old Calabar, die onder 5½° N.B. en 8° N. lengte van Greenwich in de baai van Benin zich uitstort, door Schotsche zendelingen onder andere natuur-merkwaardigheden ook exemplaren van den Malapterurus op wijngeest naar Edinburgh gezonden, en door andr. murray onder den naam van Malapterurus Beninensis als eene nieuwe soort beschreven. Thans heeft eene dame, de vrouw van een zendeling, drie levende exemplaren van dezelfde species, in weerwil van eene onderweg geledene schipbreuk, gelukkig naar Edinburgh overgebragt. Van deze drie visschen heeft prof. goodsir de buitengemeene voorkomendheid gehad, eene mede naar Berlijn te brengen en aan joh. müller af te staan, die, op zijne beurt, het zeldzame voorwerp aan du bois-reymond overgaf, om er proeven op te nemen.

De visch is ongeveer 15 cm. lang. Hij wordt bewaard in een ruim vat met waterplanten in Spreewater. Hij zoekt de duisternis en is zeer matig, 't Was nog niet gelukt, hem niet zekerheid voedsel te doen tot zich nemen. De in Edinburgh onderzochte exemplaren op wijngeest bevatteden in hunne darmen overblijfselen van zoetwater-crustaceeën, en de levende visschen maakten dadelijk jagt op dergelijke pelagische vormen, die hun werden aangeboden. Men beproefde het exemplaar te Berlijn dientengevolge te voederen met Gammarus, Asellus, Daphnia en andere daar inheemsche crustaceeën.—Ten einde voorshands de elektrische kracht van het dier te sparen, had d. b.-r. er zich voorloopig toe bepaald, om er het belangrijkste mede te ondernemen, wat er in de eerste plaats mede kon geschieden, d.i. de daaraan nog onbekende verdeeling der spanningen na te gaan.—Volgens de overeenstemmende mededeelingen van vele waarnemers vertoont zich, op het oogenblik van den slag, bij Torpedo de rugvlakte van het orgaan positief, de buikvlakte negatief, d.i. de stroom gaat in het orgaan van den buik naar den rug, in het omringende