Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/435

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

WETENSCHAPPELIJK BIJBLAD.

 

 

Equivalenten der enkelvoudige ligchamen.Dumas heeft eene reeks van onderzoekingen in het werk gesteld over de equivalenten der enkelvoudige ligchamen, waarvan de hoofduitkomsten de volgende zijn:

1) De equivalenten der enkelvoudige ligchamen zijn nagenoeg alle veelvouden in geheele getallen van het equivalent van hydrogenium als eenheid genomen; het chlorium maakt in zooverre eene uitzondering, dat de eenheid, waarmede zijn equivalent kan vergeleken worden, gelijk is aan de helft van het equivalent van het hydrogenium. Ook het koper moet welligt uitgezonderd worden, doch hierover is het onderzoek nog niet gesloten.

2) Ligchamen, die in eigenschappen overeenstemmen, kunnen gelijke equivalenten hebben; manganium en chromium verkeeren in dat geval. Andere hebben, gelijk de zuurstof en de zwavel, equivalenten, die juist tot elkander staan als 1: 2. Echter zijn er ook overigens in eigenschappen zeer overeenkomstige ligchamen, die zulk eene eenvoudige verhouding niet verloonen; het laatste geldt van molybdaenium en tungstenium.

3) Wanneer drie ligchamen tot dezelfde natuurlijke familie behooren, dan kan het equivalentsgewigt van een dezer drie gelijk zijn aan de halve som der equivalentsgewigten der beide andere: dit geldt van de zwavel, het selenium en het tellurium, van lithium, sodium en potassium, alsmede van calcium, strontium en barium. Echter kan het tegengestelde ook plaats grijpen bij naauw verwante ligchamen, zoo als het geval is met chlorium, bromium en iodium.

4) Even als de equivalenten der radikalen van de organische chemie, vormen ook de equivalenten der enkelvoudige ligchamen, die tot dezelfde natuurlijke familie behooren, reeksen, waarvan de rede dikwijls standvastig dezelfde is, maar somwijlen, in eenige termen der reeks, door eene equivalente rede vervangen wordt, hetgeen de eenvoudigheid der wet bedekt.

Voor de meer uitvoerige mededeeling van de gronden, waarop deze hoofduitkomsten berusten, naar het stuk verwijzende (Compt. rendus, 9 Nov. 1857), waarin dumas een voorloopig verslag zijner onderzoekingen gegeven heeft, meenen wij ten slotte den lezer geene ondienst te doen met hier de door hem daarin vermelde equivalentsgewigten bijeen te stellen. Zij betreffen ruim de helft der bekende enkelvoudige ligchamen.