Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/472

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
54
ALBUM DER NATUUR.

ne of zwarte kleurstof der vederen moet allerwaarschijnlijkst beschouwd worden als identisch met de melanine in de choroidea (vaatvlies) van het oog.—5. Uit de optische vederen verkrijgt men bruine en groene kleurstoffen, welke identisch zijn met die, welke men uit de gewone vederen trekt.—6. Men kan een zeker parallelismus aannemen tusschen de reeks der gewone en die der optische kleuren.—7. De blaauwe kleur met al hare tinten moet als eene optische kleur worden beschouwd. (Comptes rend. Tom. XLVl, pag. 780).

D.L. 
 

Eene fontein als elektroskoop.—Voor eenigen tijd heeft fuchs te Presburg de aandacht gevestigd op de bijzondere verschijnselen, die men verkrijgt bij het elektriseren van eene springfontein. (Poggendorff's Annalen CII, hl. 633). »Laat men het water van eene kleine fontein door eene zoo naauwe opening stroomen, dat eene drukking van omstreeks 26 duim dit naauwelijks tot eene hoogte van 12 duim doet springen, dan zal zich de straal in een groot aantal kleine druppels verdeelen, die in parabels van zeer kleinen parameter naar alle kanten zich verspreiden en niet ver van de monding nedervallen. Zoodra men een geëlektriseerd ligchaam, een gewreven lakstang b.v., in de nabijheid van den straal brengt, zelfs wanneer men dezen nog op eenen afstand van 4 à 5 schreden verwijderd houdt, zal echter de verdeeling in druppels geheel ophouden en de straal zich zamentrekken tot één geheel. Wordt het geëlektriseerde ligchaam te digt bij den straal gebragt, dan begint de verdeeling van dezen in droppels op nieuw. Behalve van den afstand hangt het verschijnsel af van de meerdere of mindere kracht des geëlektriseerden ligchaams, maar volstrekt niet van den positieven of negatieven toestand daarvan."

"De oorzaak van dit verschijnsel ligt waarschijnlijk in het volgende: De verdeeling in druppels is eene zuiver mechanische werking der adhesie van het water aan de wanden der monding en de vrijere beweging der waterdeeltjes in het midden van den straal. Als men het geëlektriseerde ligchaam op aanmerkelijken afstand houdt, dan worden de enkele voor het oogenblik geïsoleerd in de lucht zwevende druppels door verdeeling geëlektriseerd en zijn daarbij met de tegenovergesteld geëlektriseerde zijden naar elkander gekeerd; zij trekken elkander dus aan en vormen zich tot één onverdeelden straal. Wordt het geëlektriseerde ligchaam nu zeer nabij gebragt, dan wordt de geheele massa des waters door verdeeling sterk gelijksoortig geëlektriseerd, de kleinste waterdeeltjes slooten elkander af en worden nu door voor een deel mechanische en voor een deel elektrische krachten in druppels uiteengeworpen."

Tot het herhalen van deze proefnemingen heeft ref. zich bediend van eene groote Heronsfontein, die door eene monding van 0,8 à 0,9 m.m. middellijn het water tot omstreeks 3 palm hoogte opwerpt. Om bijzondere redenen werd