Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/628

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
100
LICHTBEELDEN.

te vergrooten. Zij is tevens het middel geworden voor den wetenschappelijken man, om grondiger vele verschijnselen der natuur te kunnen bestuderen, die te kortstondig van duur zijn om, op het oogenblik dat zij plaats grijpen, naauwkeurig onderzocht te worden, en zij wapent hem met een nieuw waarnemingsmiddel, waardoor hij dieper in de geheimen der schepping kan doordringen.

De uitvinding der photographie is niet om haar zelve alleen merkwaardig, zij is het ook, omdat zij een krachtig bewijs levert van de waarheid, dat uitvindingen en ontdekkingen, die aanvankelijk eene niet zeer gewigtige beteekenis schenen te hebben, somtijds in den loop des tijds die beteekenis erlangen, wanneer de gevonden feiten met elkander in een geheel onverwacht verband worden gebragt, dat de eerste ontdekkers niet in het minst vermoeden konden.

 

Voor omstreeks twee eeuwen vond de Napolitaan porta het algemeen bekende werktuig uit, dat den naam van "donkere kamer" of camera obscura draagt en niet anders is dan eene toepassing van de eigenschap, die alle lensvormig geslepen glazen of andere doorschijnende zelfstandigheden bezitten, van namelijk, door de vereeniging der lichtstralen achter de lens, beelden van de zich daarvoor bevindende voorwerpen te vormen, die dan op een scherm kunnen worden opgevangen. Jaren lang bleef deze camera obscura echter niet anders dan een aardig physisch speeltuig, zelfs ook nog, nadat (in 1722) chester more hall, een overigens in de geschiedenis der wetenschap onbekend Engelsch edelman, het middel had aangewezen, om de lenzen zoowel van dit als van andere optische werktuigen zoozeer te verbeteren, dat de daardoor gevormde beelden eenen vroeger ongekenden graad van scherpte erlangden, en zelfs de kleinste bijzonderheden der voorwerpen daarin werden teruggegeven.

Hoe menigeen, die vroeger de lichtbeelden aanschouwde, welke de van de voorwerpen uitgaande stralen, door tusschenkomst der lens, op het scherm of op het matte glas der camera obscura teekenden, zal niet den wensch bij zich hebben voelen oprijzen: och mogt die schilderij bestendigheid bezitten! Die wensch, vroeger schijnbaar eene hersenschim, is thans geheel vervuld geworden.