Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/633

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
105
LICHTBEELDEN.

op papier, leder, glas en porselein. Daarin waren echter uit den aard der zaak de beschaduwde of donkere gedeelten van het oorspronkelijke voorwerp wit en daarentegen de lichte gedeelten door eene donkere tint teruggegeven, of, zoo als men het in de kunstspraak noemt, de door hen verkregen beelden waren negatief, ongeveer even als een uit wit papier geknipt zoogenaamd schaduwbeeld, dat men op eene donkere oppervlakte legt. Bovendien konden de door hen verkregen teekeningen het daglicht niet verdragen. Zij moesten zorgvuldig in het duister bewaard worden en mogten alleen bij een kaarslicht worden beschouwd. Hun ontbrak namelijk een middel om dat gedeelte van het chlorzilver, hetwelk door de zon geene verandering had ondergaan, te verwijderen, zoodat het veranderde, dat is gekleurde, alleen achterbleef. Met andere woorden, zij vermogten de beelden niet te bevestigen, te fixeren, gelijk de photographen het thans noemen.

Zulk een bevestigingsmiddel werd in 1819 door hunnen niet minder beroemden landgenoot, Sir john herschel, gevonden in een tot dusver tot schier geenerlei nuttige doeleinden aangewend zout, dat alleen zijne hem eigene plaats innam in de reeks der scheikundige verbindingen en als zoodanig onder de praeparaten bewaard werd. Het was de onderzwaveligzure soda. Eene oplossing van dit zout bezit het vermogen van al het onontlede chlorzilver op te lossen en dus te doen verdwijnen, terwijl het gekleurde, dat een gedeelte van zijn chlor verloren had, onveranderd achter blijft.

Met deze ontdekking was inderdaad de grond gelegd tot de geheele hedendaagsche photographie, te meer daar herschel vond, dat ook het iodzilver, dat, gelijk wij straks zullen zien, daarin van de meest uitgebreide aanwending is, met het chlorzilver dezelfde eigenschap deelt.

Nog een enkele stap, het gebruik namelijk van de camera obscura om het lichtbeeld te vormen, en de overbrenging van het eerste beeld op eene tweede oppervlakte, zoodat het van negatief positief werd, dat is, dat de lichten en schaduwen gelijk aan die van het natuurlijke voorwerp werden,—en de photographie ware twintig jaren vroeger uitgevonden geweest. Deze stap werd echter niet gedaan. Herschel deed hetgeen, blijkens de geschiedenis der wetenschap, menigeen