Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/636

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
108
LICHTBEELDEN.

geleek, en eigenlijk mag men wel veilig aannemen, dat daguerre vóór zijne ontmoeting met niepce nimmer een zoodanig beeld had daargesteld. Aan hem komt echter de verdienste toe van aan de tot daartoe door niepce aangewende pogingen eene andere rigting te hebben gegeven. Niepce bezigde de photographie alleen om aldus metalen platen te verkrijgen, die geëtst konden worden, om later daarvan afdrukken te maken; daguerre daarentegen zag het belang in van op de als scherm in de camera obscura gebezigde gevoelige plaat reeds dadelijk een waar beeld met alle zijne tinten, lichten en schaduwen te doen ontstaan, hetgeen door niepce slechts langs eenen langen omweg, namelijk door opvolgende etsing en afdrukking en dan nog op zeer onvolkomene wijze, bereikt werd.

In 1829 kwam er tusschen hen beiden eene overeenkomst tot stand. Zij besloten verder de handen ineen te slaan en gezamenlijk te trachten het doelwit naderbij te komen. Eene reeks van proeven werd in het werk gesteld, doch nog vóór dat deze tot eene in alles voldoende uitkomst hadden geleid, namelijk in 1833, stierf niepce in drieënzestigjarigen ouderdom. Daguerre zette nu alleen de proefnemingen voort, en op het laatst van 1838 had hij de methode gevonden, die naar hem genoemd is. Den 7den Januarij 1839 gaf arago er het eerste berigt van aan de Fransche akademie. Nimmer heeft eenige uitvinding eene zoo algemeene verwondering gewekt als deze, nimmer is een naam spoediger op aller lippen geweest dan die van daguerre, den gelukkigen overlevende van het tweetal, waarvan de andere bezweken was, vóórdat hij de vruchten van zijnen jaren langen arbeid kon inoogsten, waarbij hij zelfs zijn vaderlijk erfdeel had zien verdwijnen. Niepce, de eigenlijke grondlegger der photographie, stierf arm. Op voorstel der akademie verzekerde de Fransche regering aan zijnen zoon een jaarlijksch inkomen van 4000 francs en aan daguerre, die zich op de schouders des eersten had opgeheven, een dergelijk ten bedrage van 6000 francs.

Het geheim werd toen geopenbaard. Ziehier waarin het bestond. Eene goed gepolijste zilveren plaat wordt blootgesteld aan de dampen van iodium, eene zelfstandigheid, die zevenentwintig jaren vroeger door balard in de asch van zeewier ontdekt was en sedert dien tijd alleen