Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/748

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
220
EEN VISCH, DIE VISCH VANGT.

naar ons inzien, zeer juist, als hij beweert, dat de remora die schijf slechts ontvangen heeft als een middel tot plaatsverandering. Wij hebben gezien, dat de vinnen van den remora betrekkelijk gebrekkig zijn, doch niet dit alleen, maar ook de zwaarte van de schijf en de zonderlinge plaatsing van zijne lever boven de ingewanden maken het dezen visch onmogelijk of minstens zeer moeijelijk om, gelijk andere visschen, met den buik naar beneden te zwemmen; omdat zijn zwaartepunt zich ver boven de middenlijn van zijn ligchaam bevindt en hij, ten gevolge daarvan, in het water omkantelt. Hij zwemt dus slecht en steeds met den rug naar beneden, en deze bijzonderheid is het die hem, door de Spanjaarden in Amerika, den naam van revès (van het latijnsche: reversum) heeft doen geworden, beteekenende omgekeerde visch; en werkelijk ook verwart men op den eersten aanblik den rug met den buik. Ook aan die bijzonderheid van steeds, hetzij zwemmende, hetzij aan andere visschen vastzittende, den buik naar boven gekeerd te hebben, wijt lacépède de donkere kleur van den buik, die bijna altijd aan de lichtstralen is blootgesteld. Commerson, die den remora aan de kusten van Mozambique heeft waargenomen, zegt eveneens, dat hij op den rug zwemmende moet trachten voort te komen, als hij geen haai kan vinden om hem te helpen.

De remora hecht zich, zoo het schijnt bij voorkeur, aan genoemde roofvisschen, en veelal vindt men in de nabijheid der haaijen geheele troepen van remora's. Om die reden heeft men hem wel eens het loodsmannetje genoemd; doch ten onregte; het vischje, onder dien naam bekend, is eene soort van stekelbaars, de Gasterosteus ductor L. Het schijnt dat de remora den haai vergezelt om te azen op de uitwerpselen van dezen, gelijk hij ook dikwijls om die reden de schepen volgt. Opmerkelijk is het dat de haai nimmer den remora verslindt, niettegenstaande de laatste in de nabijheid van zijnen bek zwemt: of dit is omdat de remora misschien, hetzij door den reuk of den smaak van zijn vleesch niet aan den haai behaagt, of dat deze bij ondervinding weet, dat de remora zijne beten ontvlugt, door zich aan zijn eigen ligchaam te hechten, ingevalle van pogingen om hem te vangen, is niet te beslissen. Bij gebrek aan haaijen hecht de remora zich aan andere visschen; als de zee eenigen tijd onstuimig geweest is, ook aan