Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/775

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
247
HET MELKSAP DER PLANTEN.

Maleijers de hechten en handvatsels hunner messen en bijlen vervaardigd hadden uit eene stof, die uitwendig veel op hout geleek, maar bij nader onderzoek bleek iets anders te zijn. Op zijne navraag vernam hij tot zijne groote verbazing, dat die stof het verdikte melksap eener plant was, en dat zij, in heet water gedompeld, week werden in allerlei vormen kon gebragt worden, die zij daarna duurzaam behield.

Toen de ondervinding hem de waarheid dezer aanwijzing geleerd had, trachtte hij zich nadere berigten omtrent deze merkwaardige plant en haar sap te verschaffen, waarbij het hem bleek, dat de Maleijers op Java deze stof reeds lang kenden. Zij noemden haar Getah-Pertsja.

De proeven van deze Gutta Percha, in 1843 door montgomery naar Engeland gezonden, wekten aanvankelijk weinig de aandacht, doch na eenigen tijd zag men ook van deze stof het belang in, en thans is zij nagenoeg even algemeen verspreid als de Caoutchouc. Zij wordt aangevoerd, deels in vloeibaren toestand, deels in dunne repen of zamengeperst in vaste blokken, waaraan men op de doorsnede nog duidelijk de lagen zien kan, waaruit zij zamengesteld zijn.

De plant, waaruit de Gutta Percha verkregen wordt, was nog geruimen tijd onbekend, totdat hooker in Engeland een exemplaar daarvan ontving, waarna het bleek, dat de moederplant der Gutta Percha, door hem Isonandra gutta genoemd, tot de Sapotaceën behoorde. Behalve deze zijn er echter nog onderscheidene andere planten in Indië, welker melksap dergelijke stoffen oplevert, zoo kent men daar b.v. ook Gutta Taban, Gutta Geirek (van Achras Sapota), Gutta Atti-Jagoa (Ficus racemosa), Gutta Manjegota (Ficus indica), Getah-mala-baay (waarvan één boom 1300 pd. kan leveren) enz.—Van de meeste dezer vochten is nog weinig in Europa bekend. Doch het is te verwachten, dat binnen kort onze kennis in dit opzigt vermeerderd zal worden. Want men zoekt thans ijverig naar plaatsvervangers der Isonandra Gutta omdat men bij de inzameling van dit melkvocht zoo roekeloos is te werk gegaan, dat men, vooral in de Engelsche koloniën, den boom bijna geheel heeft uitgeroeid, zoodat er thans gebrek aan Gutta percha begint te komen, vooral nu hare toepassingen telkens vermeerderen.

Om tot de Gutta Percha terug te keeren, hoewel zij in natuurlijken toestand veel gemakkelijker bewerkt kan worden dan Caoutchouc,