Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/805

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
277
ALEXANDER VON HUMBOLDT.

de schoone Lindenstraat, de opera's en schouwburgen te zien, noch om mij in het vrolijke leven op zijne straten en in zijne salons te vermaken, maar om den grootsten thans levenden man der wereld te spreken:—alexander von humboldt."

"Daar hij ten gevolge zijner hooge jaren en algemeenen roem thans als de gekroonde koning in de wereld der wetenschappen wordt geëerd, hebben zijne vrienden zich genoodzaakt gezien hem tegen de vermoeijende huldigingen der duizendtallen zijner onderdanen te beschermen, en, tot zijn eigen welzijn, den weg om audiëntie bij hem te verkrijgen, moeijelijk te maken. Men kan zeggen, dat hij, een vriend en vertrouweling van den koning, even als deze zijn eigen hof houdt, echter met het privilegie om, zoo dikwijls het hem gelieft, de formaliteiten op te heffen, welke de noodzakelijkheid alleen noodwendig gemaakt heeft."

Toen taylor toegang verkregen had, verscheen hij juist op het bepaalde uur aan het huis van humboldt. Zijn bediende seiffert liet hem binnen.

"Hij bragt mij in eene kamer, vol opgezette vogels en andere voorwerpen uit de natuurlijke geschiedenis; vandaar in eene groote bibliotheek, die kennelijk de geschenken van schrijvers, kunstenaars en mannen der wetenschap bevatte. Ik ging tusschen twee lange met groote folianten bedekte tafels naar de naastbij zijnde deur, die naar het studeervertrek leidde..... Daar bevonden zich de eenvoudige tafel, de schrijflessenaar met papieren en manuscripten bedekt, de kleine groene sopha, en kaarten en platen aan de zandkleurige wanden.... Humboldt kwam mij met eene vriendelijkheid en hartelijkheid te gemoet, welke mij terstond de nabijheid van eenen vriend deed gevoelen, reikte mij zijne hand en vroeg, of wij Engelsch of Duitsch zouden spreken."

"Uw brief was die van een Duitscher," zeide hij, "en gij moet zekerlijk de taal gemakkelijk spreken; doch ik ben ook bij voortduring aan het Engelsch gewoon." Ik moest op het ééne einde van de groene sopha plaats nemen, terwijl hij aanmerkte, dat hij zelf zelden daar op zat. Toen plaatste bij er een eenvoudigen matten stoel nevens en zette zich daarop neder, terwijl hij mij verzocht een weinig luider