Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/806

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
278
ALEXANDER VON HUMBOLDT.

dan gewoon te spreken, daar zijn gehoor niet meer zoo goed was als voorheen."

"Terwijl ik den majestueusen ouden man aanzag, kwamen mij de woorden van tennyson over washington in het geheugen: "o good gray head, which all men know," (o edele grijsaard, dien iedereen kent). De eerste indruk, dien humboldt's gelaatstrekken maakten, is die van eene groote en warme menschelijkheid. Zijn massief voorhoofd, beladen met de opgetaste wetenschap van bijna ééne eeuw, steekt vooruit en overschaduwt, als eene rijpe korenaar, zijne borst; doch als men daaronder ziet, treft men een paar klare, blaauwe oogen aan, met de rust en helderheid van een kind. Uit deze oogen spreekt die waarheidsliefde des mans, die onsterfelijke jeugd des harten, die de sneeuw van zevenentachtig winters zoo wel doen passen voor zijn hoofd! Men krijgt bij den eersten blik vertrouwen en men gevoelt, dat hij ook ons vertrouwen schenken zal, als wij het waardig zijn. Ik was hem genaderd met een natuurlijk gevoel van eerbied, maar binnen vijf minuten gevoelde ik, dat ik hem lief had en evenzoo openhartig met hem spreken kon, als met eenen vriend van mijne eigene jaren. Zijn neus, mond en kin bezitten het zware teutonische karakter, welks reine type steeds eene vrolijke eenvoudigheid en regtschapenheid vertoont."

"Ik was verrast door de lijdende uitdrukking van zijn gelaat. Ik wist wel, dat hij gedurende het laatste jaar dikwijls ongesteld was, en men had mij gezegd, dat de kenteekenen van zijne hooge jaren zich begonnen te vertoonen; echter zou ik hem niet meer dan vijfenzeventig gegeven hebben. Hij heeft weinige en kleine rimpels, en zijne huid is week en zacht, zooals men het zelden bij bejaarde lieden aantreft. Zijn haar, hoewel sneeuwwit, is nog rijk, zijn gang langzaam, maar vast, en zijn voorkomen druk en vol beweging. Hij slaapt slechts vier uren van de vierentwintig, leest en schrijft zijne dagelijksche briefwisseling en laat zich niet de geringste omstandigheid van eenig belang uit een deel der wereld ontsnappen. Ik kon niet bemerken, dat zijn geheugen, de geesteskracht, die het eerst begint te verminderen, iets geleden had. Hij spreekt snel, met het grootste gemak, zonder ooit om een woord in het Duitsch of Engelsch verlegen te