Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/817

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
289
DE MOL EN ZIJN ONDERAARDSCH HUIS.

gewelf, versperren, en daardoor vallen de losse papiertjes van de stengels af en op den grond. Het blijkt daaruit, dat de mol dan even zoo snel loopt, als een paard in den draf. Hoezeer het niet te ontkennen is, dat de mol veel schade aan de planten doet, omdat hij de wortels los maakt, zoo doet hij aan den anderen kant toch ook veel voordeel, door het vernietigen van vele dieren, welke op andere wijze aan de planten nadeel doen. Als hij zich evenwel in te groot getal vermenigvuldigt, doet hij ongetwijfeld meer nadeel dan voordeel, en daarom vangt men hem ook op onderscheidene wijzen, door strikken, vallen, door op hem te schieten, door een schietgeweer zóó te stellen, dat hijzelf het doet afgaan, door hem met eene spade uit zijne loopgraaf op te ligten en dood te slaan, enz. Het beste middel om den mol van bepaalde plaatsen, b.v. bloembedden, broeibakken enz. af te weren, bestaat hierin, dat men die plaatsen omringt met eenen rand van doornige takken of andere spitse voorwerpen, een voet of drie diep in den grond te steken; zoodra de mol daaraan zijn neus verwondt, sterft hij.

De mol heeft, behalve in den mensch, vijanden in verschillende viervoetige dieren, vogels en kruipende dieren. Verscheidene roofvogels loeren op hem als hij zijne aardhoopen opwerpt, en halen hem met hunne scherpe klaauwen uit den grond: de ooijevaar doet het zelfde, maar vangt hem met den bek. Wezels, hermelijntjes en marters dringen in zijne loopgangen, en verrassen hem in zijne legerplaats, en ook slangen weten die wegen zeer goed te vinden. De huid van den mol geeft een zeer zacht, glanzig en fraai bont, en om die reden wordt hij in het oosten van Europa en het westen van Azië veel gevangen.

Behalve de beide bovengenoemde Aziatische soorten van mollen, die slechts in zulke ondergeschikte punten van onzen Europeschen mol verschillen, dat de vermelding daarvan hier overtollig genoemd mag worden, bestaan er in Afrika en Amerika een paar soorten, die wij met een kort woord ten besluite willen gedenken. De Amerikaansche kortstaartige stermol, Condylura macrura, leeft vooral in Pensylvanië en de staten die daarom heen liggen. In vorm van ligchaam en pooten en ook in levenswijs gelijkt hij zeer op den gewonen mol, evenwel is hij