Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/822

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
294
HERDER.

in Duitschland, deed van daar, even als goethe, eene reis naar Italië, en overleed in 1808 op den ouderdom van 59 jaren, betreurd door allen, die hem als mensch hadden gekend en lief gekregen.

Na dit kort levensberigt als inleiding te hebben voorafgezonden, wenschte ik u herder voor te stellen niet als theoloog, noch als man van wetenschap, maar als heraut en voorganger op den nieuwen studieweg.

Gods openbaring in den mensch noemde ik het groot probleem der moderne theologie. Laat ons nu zien, wat door verder verrigt is, om de oplossing van dat probleem voor te bereiden.

Door voltaire's spot en rousseau's twijfel was het autoriteitsgeloof aan den Bijbel hevig geschokt geworden. Door kants kritiek was de oude metaphysica weggeredeneerd. Eene sceptische wijsbegeerte had meer en meer zich van de publieke opinie meester gemaakt. Nu trad herder op als verdediger der heilige oorkonden, als leeraar der echte humaniteit, als verkondiger eener betere wijsbegeerte des levens. Den Bijbel verklaarde hij als heilige poëzij en historische traditie. De wijsbegeerte ontleende hij uit de kennis der organische natuur van den mensch, het middenpunt der bezielde schepping. Onder zijne eerste geschriften voor Bijbelverklaring moeten wij zijne Aelteste Urkunde des Menschengeschlechts en zijne prijsverhandeling over den oorsprong der Taal vermelden. In beiden bespeuren wij herders streven, om Bijbelstudie met natuurstudie te verbinden, en het systeem te verwisselen met onderzoek en aanschouwelijke voorstelling der natuur. Zoo zag hij in het scheppingsverhaal eene dichterlijke afbeelding van den dageraad in het morgenland en hoorde in den oorsprong der talen den weêrklank der natuurgeluiden. Want, gelijk gevoelen gaat voor denken, zoo is de mensch gevoelend wezen, alvorens denkend wezen te zijn. Opmerkzaamheid geeft vervolgens de teekenen aan de hand ter onderscheiding der voorwerpen en vormt de zinnelijke taal, die, van lieverlede vergeestelijkt, in rede verandert.

Bijbelkritiek is onmogelijk, zonder kennis van het Oosten. En reisde weleer robert wood naar Griekenland, om homerus op de plaats zelve, waar hij dichtte, te lezen, zoo zouden onze moderne critici eene pelgrimsreize naar Palestina moeten ondernemen, om de heilige Schriften der Joden met kennis van zaken te kunnen beoordeelen.