Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/846

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
318
SEPTMONCEL.

boven gezegd is, aldaar uit hoofde van den bouw der woningen aanhoudend groot is. Maar het behoeft ter naauwernood te worden opgemerkt, dat het eenen dief al zeer gemakkelijk zou vallen, in die bergplaatsen in te breken en voorwerpen te ontvreemden, die zich zoo uiterst gemakkelijk laten vervoeren.

Nog één trek aangaande deze eenvoudige lieden, over welke we misschien reeds meer gezegd hebben dan eigenlijk in een Album der Natuur behoort, en daarmede nemen wij van hen en hunne slijpwielen afscheid. Hoezeer in eene bijna onafgebrokene afzondering van het overige der menschelijke maatschappij levende, ontbreekt het dezen lieden niet aan zucht tot verstandsbeschaving. Geen huisvader en huismoeder in dat oord, of zij stellen den hoogsten prijs op het laten onderwijzen van hunne kinderen, en deze worden wel vroeg aan het slijprad gezet om te leeren iets voor de behoeften van het gezin te verdienen,—maar het onderwijs moet er niet bij lijden. In de vlakten van het Jura-departement heeft men het schoolonderwijs kosteloos moeten maken, ten einde het althans eenigermate aan te wakkeren; op het gebergte ware die maatregel niet noodig, en toch vindt men er slechts bij hooge uitzondering iemand, die niet lezen of schrijven kan. Eene proeve der werking van het onderwijs levert de bijzonderheid, dat in die afgelegen bergstreek de Fransche taal gesproken wordt met eene zuiverheid, die men in de beschaafdste kringen der groote steden schier niet vindt. De zondag, in den zomer gewijd aan het bezoeken van aanverwanten en vrienden, wordt in den winter grootendeels besteed tot het lezen, niet alleen van godsdienstige boeken, maar ook van andere, die er door den een of anderen rondventer worden verkocht, of die de huisvader, eene enkele maal als hij eene nabijgelegene stad bezoekt, niet verzuimt zich aan te schaffen, ten einde er zijn huisgezin op te vergasten, benevens geburen en vrienden, die er naar komen luisteren.

Wat behoeft de mensch toch weinig om gelukkig te zijn!