Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/852

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
324
DE TWEE GEWIGTIGSTE NEDERLANDSCHE

waarneembaar zijn, brengt den onderzoeker der natuur eene schrede verder in hare kennis. Alle de talrijke werktuigen en toestellen, welke tegenwoordig door hem daartoe worden aangewend, hebben inderdaad geene andere bestemming dan verschijnselen zigtbaar, hoorbaar of voelbaar te maken, die de mensch, ontbloot van zulke aan zijne zwakke zintuigen te hulp komende middelen, noch zien, noch hooren, noch voelen kan.

Onder die werktuigen, waardoor het veld der waarneming eene uitbreiding erlangd heeft, van welke de ouden zelfs geen denkbeeld konden hebben, zijn er twee, die, welligt meer dan eenig ander, hebben gestrekt om ons te doen doordringen tot in streken van het gebied der natuur, die vroeger geheel gesloten waren, tot in streken die, door den rijkdom der verschijnselen, welke zij aanbieden, voor den navorschenden blik als het ware eene onuitputtelijke mijn zijn geworden, waaruit telkens nieuwe feiten worden aan het licht gebragt en nog eeuwen lang aan het licht gebragt zullen worden.

Die twee werktuigen zijn: het teleskoop of de verrekijker en het mikroskoop, van welk woord de letterlijke vertaling "kleinkijker" luidt. Heeft het eerste de spheer van het zigtbare uitgebreid tot eene ruimte, die de stoutste verbeelding niet meer omvatten kan, met het tweede ontdekt het oog eene nieuwe wereld, welker bestaan vroeger zelfs niet vermoed werd; met het eerste peilt de mensch de hemelruimte, met het tweede bespiedt hij de geheimen des levens, en moeijelijk voorwaar zoude het zijn te beslissen, aan welk dezer werktuigen de natuurwetenschap de grootste verpligting heeft.

Beide zijn op Nederlandschen grond geboren. Na de uitvinding der drukkunst, welke onder alle uitvindingen den eersten rang inneemt, mag die van de beide genoemde werktuigen de gewigtigste genoemd worden, waarop ons vaderland bogen kan.

Desniettegenstaande zijn nog velen, ook hier te lande, met de ware geschiedenis dezer uitvinding onbekend, zoodat zelfs in schoolboeken daaromtrent dwalingen worden verkondigd, die, door telkens herhaald te zijn, eene soort van burgerregt hebben verkregen. Ja zelfs in de stad, welker bevolking, meer dan die van eenige andere, er belang bij heeft om de ware toedragt der zaak met juistheid te kennen,