Pagina:Album der Natuur 1858 en 1859.djvu/930

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
10
ALBUM DER NATUUR.

dedeelingen gedaan, waaruit bleek, dat de beruchte paalworm (Teredo) zich weder hier en daar langs de kusten van ons vaderland vertoont en zijne verwoestingen aanrigt. In die vergadering is eene commissie benoemd, bestaande uit de H.H. vrolik, harting, storm buijsing en van oordt, die belast is deze zaak nader te onderzoeken. Indien er onder de lezers van dit Album mogten zijn, die daaromtrent eenige op eigen ervaring steunende berigten kunnen geven, zoo zullen deze aan de bovengenoemde commissie voorzeker welkom zijn.

Hg. 
 

Werking van salpeterznur op sommige chlorzouten. Henry wurtz deelde aan de in 1858 te Baltimore gehouden vergadering der American Association for the Advancement of Science de uitkomsten van eenige onderzoekingen mede over de werking van sterk salpeterzuur op chlorzouten.

Wanneer men bij de geconcentreerde oplossingen van chlorbarium of van chlorcadmium de dubbele hoeveelheid sterk salpeterzuur voegt, dan ontstaat een zoo volumineus uit kleine kristallen bestaand praecipitaat, dat het vocht bijna vast wordt. Met chlorstrontium geschiedt hetzelfde, doch langzamer. Wordt het praecipitaat met zuiver salpeterznur twee of drie malen gewasschen en dan gedroogd op poreus aardewerk, dan bevindt men, dat het geheel uit een nitraat zonder eenig chlorzout bestaat.

Chlorpotassium en chlorsodium kunnen op gelijke wijze, doch slechts voor een gedeelte, als nitraten worden gepraecipiteerd. Andere chlorzouten, namelijk die van calcium, magnesium, kobalt, nickel, zink, koper, antimonium, ijzer, tin, platina en chromium bezitten deze eigenschap niet. Wurtz vindt daarin een eenvoudig en zeker middel om barium- en strontiumverbindingen van kalk te scheiden en cadmium van lood, tin, antimonium enz. (Americ. Journ. 1858, Sept., p. 188.)

Hg. 
 

Blaauwe zon. Vóór eenige jaren deelde laugier aan de Fransche Akademie mede, dat hij het bovenste gedeelte der zonneschijf, kort voor dat deze geheel onder den horizon verdween, blaauw gekleurd had gezien. Lissajous zegt thans hetzelfde verschijnsel tijdens een verblijf aan de zeekust herhaaldelijk gezien te hebben. Hij heeft het zelfs met een spiegelteleskoop van foucault kunnen waarnemen. De zon bood toen hetzelfde verschijnsel van gekleurde franjes aan als of zij door een prisma gezien ware. De reden derhalve van de blaauwe kleuring van den bovensten rand der zonneschijf is volgens hem alleen te zoeken in de breking der zonnestralen door de atmospheer. De meest breekbare kleuren worden alleen zigtbaar op het oogenblik dat de schitterender kleuren der zon reeds onder den horizon zijn.