EENE NIEUWE SOORT VAN SILUROIDE OF
WELSACHTIGEN VISCH VAN BRAZILIË
EN ZIJNE LEVENSWIJZE.
Naar het Deensch van J. REINHARDT.
VERTAALD DOOR
J. van der HOEVEN.
Onder de visschen van den Rio das Velhas, in de provincie Minas, is er een, welke, niettegenstaande zijne zeer geringe grootte (het grootste der vier exemplaren, die het mij gelukt is te verkrijgen, is slechts 5 centimeters lang), eene bijzondere opmerking waardig is, niet slechts uit een systematisch oogpunt, als grondvorm van een vermoedelijk nieuw geslacht, maar tevens uit hoofde van de eigenaardige levenswijs, die deze visschen schijnt te kenmerken.
Deze nieuwe visch[1] sluit zich aan eene kleine groep van eenigzins afwijkende Siluroïden of Wels-achtige visschen, van welke het geslacht Trichomycterus als hoofd-representant beschouwd kan worden, en welke verder den door v. humboldt ontdekten Eremophilus en de zonderlinge Vandellia omvat. Reeds in zijn algemeen uitwendig voorkomen vertoont zich eene in het oog springende gelijkheid met deze, en bij nader onderzoek vinden wij bij hem de verschillende kenmerken weder, die aan al de bovengenoemde vormen eigen zijn; hij heeft namelijk met hen de twee groepen van sterke en spitse doornen of haken op het kieuwdeksel en de tusschen-kieuwdeksel-plaat gemeen, verder de ongewoon ver naar achteren geplaatste rugvin en eindelijk het gemis eener tweede rugvin (huid- of vetvin, pinna adiposa), van eene zwemblaas en van den harden, beenigen stekel, waarmede anders gewoonlijk de borstvinnen en de rugvin bij de Siluroïden gewapend zijn. In deze groep schijnt hij het digtst te
- ↑ Zie de afbeelding van den visch, driemaal vergroot, op de bijgevoegde plaat.