Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/184

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

DE MAALSTROOM OF MOSKENSTROOM.

 

 

Wie heeft niet van dezen algemeen bekenden stroom hooren spreken, dien men reeds in lang verloopen tijden kende, welke aanleiding gaf tot de avontuurlijkste verhalen en fabelen en door de zeevaarders zoo gevreesd werd, dat zij niet waagden hem op eenen afstand van vele mijlen te naderen, uit vrees van in den afgrond gesleept te worden, eenen stroom, die welligt meer dan iets anders Noorwegens naam in verre gewesten bekend maakte?

In den nieuweren tijd schijnt de voorstelling aangaande dezen stroom eene tegenovergestelde, hoewel niet juistere, rigting genomen te hebben. Dewijl men thans de oorzaken en krachten, die hem teweeg brengen, althans ten deele beter kent, heeft men dit verschijnsel niet alleen van het fabelachtige trachten te zuiveren, maar men heeft zelfs datgene, wat er inderdaad waar aan is, ontkend. Zooals meer ligt ook hier de waarheid in het midden. De Moskenstroom,—dit is de naam, dien deze stroom in Noorwegen zelf draagt,—kan onder zekere omstandigheden zoo stil en rustig zijn, dat men hem met kleine booten kan bevaren, terwijl hij op andere tijden zoo hevig is, dat het zelfs aan eene groote stoomboot niet geraden zoude zijn met hem in het strijdperk te treden.

De Moskenstroom of Maalstroom vertoont zich in de zee tusschen Lofotodden (de zuidspits van Moskenäsö, 67° 49') en het eiland Mosken (67° 45'). De afstand tusschen deze beide punten bedraagt derhalve ongeveer eene geographische mijl. Ook ten zuiden van deze plek, tusschen Mosken en Warö en tusschen Warö en Rost, en in het algemeen door alle zeeëngten, die de Lofoten-eilanden van elkander scheiden, gaat eene meer of minder hevige strooming, doch die nimmer zulk eene kracht erlangt, als de Moskenstroom onder bijzondere omstandigheden aanneemt.