Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/213

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
187
OVER DE NOORDPOOLREIZEN IN DE LAATSTE JAREN.

Kane vermoedde wel, dat eene reden van deze ijsvrije zee daarin te zoeken zou zijn, dat mogelijk de groote golfstroom, dien men tot de kusten van Nowaja Semlja vervolgd heeft, door dit land omgebogen en naar de Poolzee heengedrongen wordt. Maar hoe zou die golfstroom, reeds in zijn langen loop tot het uiterste verzwakt, van Nowaja Semlja tot in de streek benoorden het Kennedy-kanaal geraken? En zoo hij al daarhenen doordrong, hoe zoude hij dan nog kracht genoeg hebben om eene ijszee duizende vierkante mijlen vrij van ijs te maken, en dat bij eene gemiddelde temperatuur verre onder het vriespunt?

Uit de naauwkeurige onderzoekingen der natuurkundigen schijnt wel te blijken, dat het maximum der koude niet juist met de Noordpool zamenvalt. Voorheen was dit wel de algemeene overtuiging. Toen kapitein parry in 1827 zijne reis naar de Noordpool van Spitsbergen uit over het ijs ondernam, geschiedde dit in de vooronderstelling, dat het vaste ijs zich boven dit eiland tot aan de Noordpool uitstrekte. Maar hij vond dit anders. De graad der koude hangt niet alleen af van den graad der breedte, maar niet minder van de verdeeling van vast land en water en van de rigting en geaardheid der stroomingen. Belcher vond ook aan de noordelijke kusten der Parry-eilanden een veel rijker planten- en dieren-leven dan aan de zuidelijke. Maar al neemt men aan, dat aan de Noordpool de koude niet het strengste is, zoo is zij toch altijd streng genoeg om het bestaan van eene doorgaans ijsvrije zee te verhinderen. De natuurkundige dove te Berlijn heeft aangewezen, dat de jaarlijksche gemiddelde temperatuur aan de pool 30 graden onder het vriespunt moet bedragen; terwijl de gemiddelde temperatuur van de koudste maand des jaars 58 graden en van de warmste nog één graad onder het vriespunt staat. Parry vond 16° bezuiden de Noordpool de volgende gemiddelde temperaturen: Januarij 62 graden; Februarij 64, Maart 50, April 40, Mei 15, Junij 4, Julij 10, Augustus 0, September 10, October 36, November 52, December 54, allen beneden het vriespunt.

Hoe laat het zich denken, dat bij zulk eene ontzettende koude eene bevaarbare zee zou kunnen bestaan? Wel laat het zich denken, dat zich hier en daar, vooral in de nabijheid van het land, nu en dan groo-