Naar inhoud springen

Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/220

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
194
DE KWABAAL-VERWARRING.

weten, dat hij meer dan eens gezien had, dat een andere visch levende jongen voortbragt; namelijk dat de kwab- of puitaal, te Kolhorn magge genoemd, niet zelden gevangen werd in eenen toestand, die voorspelde, dat er weldra een talrijk kroost zou geboren worden, en dat zulks ook werkelijk gebeurde in een glas met water, waarin bovengenoemde zulke visschen bewaarde. Ik schreef terstond terug en gaf mijne verwondering of liever mijn ongeloof vrij duidelijk te kennen. Ik antwoordde, dat de kwabaal tot de kabeljaauwachtige visschen of Gadoiden behoorde, dat hij wel is waar de eenige van die familie is, welke in zoet water leeft, maar dat hij in de geheele inrigting van zijn ligchaam volkomen met den kabeljaauw, den schelvisch, de wijting en andere leden zijner familie overeenkomt; en dat het algemeen bekend is, dat die genoemde, visschen kuit schoten en geen levende jongen baren. Kortom, het was mij niet mogelijk aan die bewering geloof te schenken, en ten slotte verzocht ik den heer hanou, om mij, als 't mogelijk was, een kwabaal te zenden die op het punt was jongen te werpen.

Een paar dagen later reeds meldde genoemde heer mij, dat ik eerstdaags eenige exemplaren zou ontvangen. Dat ik brandend nieuwsgierig was, behoef ik niet te verzekeren; reeds stelde ik mij voor, hoe aangenaam het zijn zou, als ik in staat zou geraken om zulk een hoogst merkwaardig feit ter kennisse van het algemeen te brengen. En ziet — daar ontvang ik niet één, maar vier voorwerpen, allen duidelijk in den gewenschten toestand. Maar helaas! het waren geene kwabalen — het waren niets anders dan die visschen, welke men reeds sedert belon en vooral reeds sedert gronovius kende onder den naam van Blennius viviparus. En hoe kwam het nu, dat er zulk eene verwisseling, zulk een misverstand was ontstaan? Door niets anders dan door het verkeerdelijk bezigen van de namen kwabaal, puitaal en magge. Het is waar, oppervlakkig beschouwd gelijken die verschillende visschen zeer veel op elkander. Maar met het oog des natuurkenners gezien, is het onderscheid zeer groot. Wij willen een paar bladzijden wijden aan de beschrijving van de visschen, welke aanleiding geven tot die meergemelde verwarring, en hopen zoodoende mede te werken ter verspreiding van die kundigheden, welke in dit Album der Natuur vooral behandeld worden. Wij beginnen te dien einde met de kwabbe.