Pagina:Album der Natuur 1860.djvu/219

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
 

DE KWABAAL-VERWARRING;

DOOR

T.C. WINKLER.

 

 

Voorzeker is het tot eene goede kennis van de voorwerpen der natuurlijke historie volstrekt noodzakelijk eene juiste onderscheiding tusschen de verschillende geslachten en soorten te maken. Die onderscheiding is evenwel onmogelijk, zoolang men geene vaste namen gegeven heeft aan elke familie, aan elk geslacht, aan elke soort. Indien men hier den eenen en daar den anderen naam geeft aan een en hetzelfde dier, indien men soms drie of vier verschillende namen geeft aan hetzelfde voorwerp, dan is de verwarring, die daardoor ontstaat, ten nadeele van de wetenschap en tevens eene rijke bron van verkeerde opvattingen, van misverstand, van dwalingen. Het is de pligt van iedereen, die belang stelt in de kennis van de natuur, dergelijke verkeerdheden zooveel mogelijk tegen te gaan en, door het juist bepalen van de verschillende voorwerpen, te beletten, dat er zich dwaalbegrippen verspreiden.

Bovenstaande denkbeelden rezen onwillekeurig bij mij op door eene toevallige omstandigheid, die ik den lezer in weinig woorden wil mededeelen, ten einde hem daardoor tevens de aanleiding tot het schrijven van dit opstel te doen kennen.

Schrijver dezes plaatste eenigen tijd geleden in het Praktisch Volksboek een opstel over den aal. Dat daarin gesproken werd over het nog altijd niet volkomen heldere punt van de wijze, waarop de aal voortplant, is iets wat wel van zelf spreekt. Niet lang nadat het genoemde stuk in het licht gekomen was, ontving ik een brief van den heer j. hanou, jr., heel- en vroedmeester te Kolhorn, waarin genoemde heer mij zijne opmerkingen over de voortteling van den aal mededeelde (waarop ik later hoop terug te komen) en mij tevens deed